Vervolg vaktermen uit de dijkbouw in oude notulen van de
polder Schouwen
31 oktober werden de staketwerken van den
Haart zeer verontramponeerd bevonden, ten
gevolge van den storm en hoogen vloed van 30
september. Men besloot het geheele staketwerk
opnieuw te stellen tot 8 voet voor de duinvoet.
Een staketwerk is een samengeteld paalwerk
inz. op de bnitenglooiing van zeer blootgestelde
dijken in de steenglooiing of er boven en op
kribwerken aangebracht om deze tegen de
golfslag te beschermen (vD). Bij den Haart,
tussen Renesse en Scharendijke, ging het om de
bescherming van de smalle duinen aldaar.
De rijen palen werden ook wel ter versteviging
verbonden door gordingen.
1 augustus 1801 werd besloten op de kruin van
den Kulkdijk bij 't Westhavenhoofd een krabbe
dijk van goede vletaarde te leggen.
12 juni 1802 werd besloten te besteden het stel
len van een krabbedijk op den zeedijk voor
Scharendijke.
14 januari 1809; de gemeente Zierikzee was
bezig het dijkje achter de oesterputten bezuiden
de Zierikzeesche Haven te versterken door een
krabbedijk op te brengen, zoodat de kruin de
hoogte van den Oosthavendijk kreeg.
17 augustus 1768 werd aan den dam voor
Kuikuit gepeild. Deze was in vrij goede staat;
alleen in den berm, strekkende van den dam
over de plaat was een valletje; werd besloten,
dit met rietzoden of met steen te bestorten.
Een krabbedijk is volgens het WZD een aarden
walletje tussen twee eigendommen. In de andere
geraadpleegde woordenlijsten wordt dit woord
niet vermeld. Uit de notulen blijkt echter duide
lijk, wat er met krabbedijk bedoeld wordt: een
kleine dijkverhoging met aarde van een bestaan
de dijk. De dijk werd dus niet van de voet af
verbreed en opgehoogd. Het dijklichaam bleef
gelijk, er kwam alleen een klein dijkje op de
kruin. Een ander woord voor een dergelijk dijk
je is zeebeek of zeecappe (V). De latere van
beton gemaakte Muraltmuren berusten op
hetzelfde principe.
Vletaarde en vletzoden hebben te maken met
de aanvoer van grond bij dijkwerken met een
vlet, een platboomd, klein vrachtvaartuig.
Over het algemeen werd bij de dijkaanleg de
benodigde grond gehaald uit dijkputten. die niet
ver van de aan te leggen dijk in het voorland
werden gegraven. Dit was vaak vrij zandig
materiaal. Bij het vullen van gaten in de dijk
had men, in verband met de kracht van het stro
mende water, steviger materiaal nodig. Men
stak dan zoden uit de begroeide bovenlaag van
meestal uit zware klei bestaande schorren.
De "kloetingen" werden dan per vlet vervoerd,
omdat deze schorren vaak vrij ver van de te her
stellen dijk lagen. Stenen waren uiteraard nog
steviger.
29 augustus 1806: Besloten werd den inlaag-
dijk van Flaauwers van achteren te verzwaren
en op de achterzijde van de kruin te verhoogen,
nog vóór den winter. Er bleef een breedte van
10 voeten op de kruin voor rijweg en op 't ove
rige deel werd een kattering of dijkskade opge
trokken tot de hoogte van Flaauwersnol.
Het WZD geeft voor katterik de betekenis
katterug, maar ook "een smalle, min of meer
driehoekige verhoging van de grond; het meest
bekend is een katterik op d'n diek: een smalle
verhoging op de kruin". In vD staat bij katterik
alleen: winkellade in de dieventaal. In de andere
woordenboeken wordt het woord niet genoemd.
In de notulen zelf staat al duidelijk aangegeven
de betekenis van katterik (kattering lijkt een
verbastering of een verschrijving). Slechts een
deel van de kruin werd opgehoogd, om de
rijweg in stand te houden. De krabbedijk kwam
daarentegen midden op de kruin van de dijk te
liggen. Anders dan bij de aanleg van een krab
bedijk werd hier wel vanuit de voet van de dijk
de gehele achterzijde van de dijk verbreed. Op
deze manier kreeg men voldoende breedte op de
kruin om zowel de rijweg als een extra dijksver-
hoging te maken. Het is begrijpelijk dat een der
gelijke katterik vrij smal en steil was, vandaar
ook zijn naam. Men ziet in Zeeland nog veel
van dergelijke dijken met rijweg en katterik.
26 oktober 1764 werd besloten het speelgat in
den dam van Kijkuit met drie schepen
Vilvoordsche steen te verhoogen.
6 december 1792. Er was geen mogelijkheid in
527