Excursie Stad en lande
Op zaterdag 13 mei stonden de 2 bussen om
kwart voor acht 's morgens ons op te wachten
op het Kraanplein. We werden ontvangen door
de excursiecommissie: dhr. M.K.Romeijn, me
vrouw H. C. Verduijn den Boer-Gorzeman en
dhr. J.C. Verduijn den Boer. Er gingen dit jaar
67 deelnemers mee met de excursie.
Tot onze verrassing reden we naar Hellevoet-
sluis, waar we stopten in de fraaie, oude vesting
van de marine-admiraliteit uit de tijd van de
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Het programma was namelijk op het allerlaatste
moment gewijzigd. Oud-archivaris J.Klok van
Brielle, die ons zou rondleiden was daags tevo
ren met hartklachten in het ziekenhuis opgeno
men. Bovendien was er een CD-opname van
koren in de Catharijnekerk in Brielle, waardoor
er geen bezoek aan de kerk gebracht kon wor
den. De excursiecommissie had toen ijlings een
andere invulling aan het programma moeten
geven.
Als goed alternatief was gekozen voor het
Nationaal Brandweermuseum in Hellevoetsluis.
De hele geschiedenis van het brandblussen was
er fraai in beeld gebracht. Er waren 2 gidsen die
heel interessant vertelden. Er werd verteld over
middeleeuwse leren brandweeremmers tot en
met de modernste hogedrukspuiten. Een aardig
exemplaar stond op de begane grond: een mo
torspuit, die getrokken werd door een paard.
De motor diende om de pomp te bedienen.
Er waren brandweerauto's uit het begin van
deze eeuw met een slinger om ze te starten.
Onze gids verhaalde van de problemen vroeger
om de verschillende slangen aan elkaar te kop
pelen, want ieder korps had eigen koppelingen
die niet bij de andere korpsen pasten. Dit lever
de geknoei met niet passende slangen op. Pas in
1947 kwam er een uniforme, universele stan
daardkoppeling.
Het museum had diverse exemplaren van de
handpomp die Jan van der Heijden in de 17e
eeuw heeft uitgevonden en waarbij 4 mannen
aan weerszijden moesten pompen, zo gelijkma
tig mogelijk. Er waren prachtige geborduurde
vaandels van brandweerkorpsen en honderden
dinkey-toys en andere speelgoedbrandweerau
to's.
Daarna reden we naai' Brielle. voor koffie met
appelgebak Het regende flink toen meneer en
mevrouw Verduijn den Boer hun rondleiding
door de stad begonnen. We liepen langs de
Catharijne kerk met zijn stompe toren, die
evenals de Sint Lievensmonstertoren nooit af
gebouwd is. Op het Asylplein is een fraai rust
huis in Renaissancestijl opgetrokken voor be
jaarde zeelieden. In de Voorstraat troffen wij
een grote, fraai gekleurde gevelsteen aan ter ge
dachtenis aan Rochus Meeuwiszoon. Hij hakte
het sluisje naar de Maas door toen de
Spanjaarden - na de verovering van Den Brie!
door de Geuzen - terugkwamen om de stad te
heroveren. Er waren veel huizen te bewonderen
met Dordtse gevels met gemetselde korfjes
boven de vensters en trapgevels.
De wandeling voerde verder langs de haven met
prachtige bloeiende meidoorns. Brielle heeft
veel straten met namen die we ook in Zierikzee
aantreffen zoals de Venkelstraat, Nobelstraat,
Visstraat en Heultje!bij ons: Hoeltje?). Na de
maaltijd maakten we een unieke busrit over het
strand.
Goed te merken was dat onze reisleidster, me
vrouw Verduijn den Boer. in deze regio gebo
ren en getogen is. Zij kon allerlei interessante
dingen vertellen over deze omgeving. We reden
naar Heenvliet waar een ruïne van een kasteel
zichtbaar was tussen de grienden. Hier hadden
de graven van Holland een tol gevestigd.
Aan de overkant ligt Geervliet waar we gevel
stenen en makelaars op schuren bekeken.
Van de oude Spijkenisserbrug rest nu nog
slechts een kleine, groene toegangsboog. Wat
een klein, smal bruggetje, geen wonder dat er
altijd verkeersopstoppingen waren.
We reden over de Groenekruisweg langs de
flink uit hun krachten gegroeide dorpen
Poortugaal en Rhoon door de Heinenoordtunnel
naar het streekmuseum in het gelijknamige
plaatsje. In het streekmuseum is ook de archief
dienst voor de Hoekse Waard en een groot ge-
564