alleen maar voor het kloosterbestaan konden kiezen, waren er in mannenkloosters veelal minder kloosterlingen dan in vrouwenkloosters. Dit aantal werd nog verminderd door de stichting vanuit bestaande conventen van nieu we kloosters zoals bijvoorbeeld het Convent van het Heilige Graf in Arnemuiden en het mannenklooster Betlehem in Rengerskerke. De vrouwenkloosters, die zoals ons Driekoningenklooster zich na 1437 aanmeld den. kregen van het kapittel een brief, waarin stond, dat het kapittel de onderwerping van het betreffende klooster aan de statuten aanvaardde, het convent in bescherming nam en liet delen in de verschillende gunsten en privileges die het kapittel genoot of eventueel later nog zou ver werven. Het kapittel bekrachtigde de benoeming van een rector voor het klooster, als dat zelf met een voorstel daartoe kwam. Soms was het kapittel behulpzaam bij het zoeken naar een geschikte rector, die na de beperkende bepalingen van 1437 meestal een wereldlijk priester was. Ook werden de niet - geïncorporeerde (niet - opgenomen) vrouwenkloosters door een pries ter van het kapittel gevisiteerd. Dat wil zeggen, dat op geregelde tijden door of namens de super - prior de kloosters werden bezocht om te zien. of alles daar verliep zoals de statuten van het kapittel voorschreven. Zo kon bijvoorbeeld de visitator een rector ontslaan over wie klachten waren binnengekomen, indien die klachten ge grond en de feiten ernstig bevonden werden. De directe zorg voor het klooster berustte bij de rector. Hoewel zijn primaire taak was, zich met de geestelijke zorg van de nonnen bezig te hou den. zoals het toedienen van de sacramenten en het verzorgen van de liturgische diensten, nam hij ook in veel zaken die het dagelijks leven be troffen, een belangrijke plaats in. Als een nieu we priorin werd gekozen, legde ze in de handen van de rector de eed van gehoorzaamheid aan het kapittel af. Telkens wanneer een nieuwe rector zijn intrede deed, moest zij die eed herha len. In veel gevallen diende de priorin het advies van de rector in te winnen. In gevallen waar voor zij niet de nodige competentie bezat, moest zij die aan de rector voorleggen en aan hem overlaten die op te lossen. Eén keer per maand hield de rector een schuld- kapittel met een korte preek voor alle zusters gezamenlijk. Hij diende zijn goedkeuring te hechten aan de verdeling van de functies binnen het klooster, zoals die van procuratrice of onderpriorin, bij zonder belast met de financiële aangelegenhe den van het convent; van celleraria, dat was de zuster die de leiding had in de keuken en bakke rij; van refectoraria of eetzaalmeesteres; van in- firmaria, die de scepter zwaaide op de ziekenaf deling; van kledingbewaarster, van kosteres, voorzangeres en in sommige kloosters van ar maria, aan wier zorg de boeken in de klooster bibliotheek waren toevertrouwd. In zaken die het materiële en maatschappelijke leven betroffen, trad de rector op als officieel vertegenwoordiger van het klooster. Door hem verkreeg de handeling rechtskracht. Als de procuratrice verslag moest uitbrengen over het financiële reilen en zeilen van het klooster, deed zij dat aan de priorin en de rector gezamenlijk. Tenslotte was de rector degene, die als eerste aan de visitator inlichtingen gaf over de gang van zaken in zijn klooster. Het Driekoningenklooster heeft zich tussen 1469 en 1501 aangemeld bij het kapittel van Sion. Op de bewaard gebleven lijst van visitato ren van 1469 komt het nog niet voor, op die van 1501 wel. De lijsten van de tussenliggende jaren zijn helaas verloren gegaan. Van de rec toren die in ons klooster gewerkt en gewoond hebben, zijn wat namen bekend: In I486 werd aangesteld Huybert Antonisz. Danckaerts als opvolger van Pieter Pietsersz, Heyndricks. In 1495 staat vermeld de naam van Pieter Pietersz. van Damtere. Het is mogelijk, dat dit dezelfde is als de zojuist genoemde Pieter Pietersz Heyndricks. We komen in deze tijd vaak mensen tegen onder verschillende namen. Zo ben ik de vader van Jacomina mees ter Lieven Boomsdochter, de laatste priorin van het Driekoningenklooster, onder drie verschil lende namen tegengekomen: Lieven Corneliszoon, Lieven Corneliszoon van 566

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1995 | | pagina 20