Ouderlijk huis te Zonnemaire leefde was nog een wonder, maar daar keek toen niemand naar." ..In 1932 kon ik als tekenaar komen bij archi tect J. Hoogenboom uit Renesse. Voor niks. want het was een hele eer. Daar reed ik dan op de fiets naar toe. Hoogenboom had in Delft en in Zwitserland gestudeerd. Op zaterdagochtend kreeg ik als tegenprestatie lessen in kunstge schiedenis van hem en lessen in beleefdheids- leer. b.v. datje een meerdere aan je rechterkant moest laten lopen en datje altijd een halve stap achter die meerdere moest blijven. Hoogenboom was een artiest, een bijzonder mens. Ik moest wel zijn knechtje spelen, want als hij aankwam in zijn T-ford. moest ik rennen om de garagedeuren voor hem open te maken." Hoogenboom wist toen nog niet dat hij een toe komstige ridder voor zich uit liet hollen, want Piet Boot werd aan het einde van zijn carrière benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje- Nassau op grond van algemeen maatschappelij ke verdienste. In april 1937 werd hij als opzich ter aangesteld bij de restauratie van de Nederlands-Hervormde kerk in Haamstede. Hij mocht daar komen, maar de daaruit voort vloeiende kosten moesten voor eigen rekening komen, aldus een brief van de Hervormde ker- keraad. Daar hoorde dan ook nog een plakzegel van 60 cent voor de ongevallenwet bij. In dat zelfde jaar leerde hij zijn aanstaande vrouw. Neeltje van Sluis, de dochter van de haven meester uit Brouwershaven kennen. Onder ar chitect F. C. J. Dingemans was Boot opzichter tekenaar bij de bouw van het landhuis van de familie Van Citters in Burgh in 1938. Verder was hij opzichter bij verschillende grote projec ten op Schouwen-Duiveland. onder meer bij de bouw van het rusthuis in Zierikzee (1940). Vlak voor de oorlog ging hij in Den Haag stu deren. op zaterdag volgde hij lessen bij een in genieur in die stad. „Dat was voor die tijd een hele onderneming," aldus de heer Boot. „Ik vertrok dan om half zes met de tram uit Zonnemaire naar Zijpe, daar ging ik op de boot naar Numansdorp en dan van Numansdorp met de tram naar de Rozestraat in Rotterdam. Dan van de Rozestraat met de electrische tram naar het Centraal Station en vandaar naar het Hollands spoor in Den Haag en dan met de tram naar de Archimedesstraat, alles bij elkaar duur de die reis 5 uur. Daar werd ik dan volgestopt 554

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1995 | | pagina 8