Rondom de Fonteine Heijn 'Albertine', een beeld van een vrouw met een boodschappentas (1987), De bekendste mo numenten op Schouwen-Duiveland zijn onder andere in Dreischor: het beeldje 'Grote broer en kleine zus' 1980) en in Zierikzee: het Joods monument aan de Grachtweg (1957). het speel- plastiek aan het H.J. Doelemanplein (1959). het in brons gegoten keramiek 'de Beestenboel' bij de kleuterschool (1964), het Watersnoodmonu ment bij de Zuid-Havenpoort 1968) en het beeldje van Job Bastei' in de Mosselboomgaard (1976). Ook in tal van openbare gebouwen en instellingen op Schouwen-Duiveland hangen creaties van Ad Braat. Zijn werk is dagelijks te bewonderen in het Burgerweeshuis, Poststraat 45 te Zierikzee. Het boekje kost 19,50 en is in eigen beheer uitgegeven. (ISBN 90-802241-1-1) Eveneens verscheen een boekje over het werk van Tessa Braat getiteld Ik probeer gewoon iets moois te maken. De keramiek van Tessa Braat. Het is geschreven door de jongste zoon Steven Braat. Vanaf 1957 vervaardigt Tessa Braat aardewerk. Zij heeft zich gespecialiseerd in glazuren. Haar signatuur 'Tessa' is een vermenging van haar roepnaam 'Trees' en het Latijnse woord 'terra', wat gebakken klei betekent. In de publikatie wordt aandacht besteed aan de beginjaren, haar uitgangspunten, werkwijze en karakteristieken. Er zijn prachtige foto's afgebeeld waardoor de verscheidenheid aan kleuren en de variaties in toegepaste tinten, die zo kenmerkend voor haar werk zijn. duidelijk worden weergegeven. Ook in dit boekje wordt een selectie van het werk getoond. Het werk van Tessa Braat is op genomen in privé-collecties over de gehele we reld. Haar werk is ook dagelijks te zien in het Burgerweeshuis. Het boekje over Tessa Braat kost 20,- en is eveneens in eigen beheer uit gegeven. (ISBN 90-802241-2-1) Als men vanaf het Karsteil door het Achterommetje (Sint - Domusstraat) en zo ver der loopt komt men. tussen de Fonteine en de Vijfhoek, in de Pieterseliestraat en kan men zo verder via het Padje (Regenboogstraat) naar de Westbrug. In de Pieterseliestraat heb ik zo'n vijftig jaar geleden, mijn jeugd gesleten. Dat was. samen met het Witte Eijestraatje. de Manhuisstraat, de Bagijnstraat en het Gat van West Noord - Westen, de omgeving waar ik aan verknocht was. Daar ook is de plaats die me herinnert aan al de geluiden die zo vertrouwd voor me waren. De geluiden van mijn jeugd. 's - Morgens werd ik gewekt door de fabrieks- fluit van Zeelandia, maar bleef liggen wachten tot het carillon van het stadhuis begon te spelen om te laten weten dat er weer een nieuw uur was aangebroken. In de herfst of de winter lukte dat niet altijd omdat dan soms de straffe westenwind de melodie naar de andere kant van de stad dreef. Maar vanaf mijn bed kon ik net de wijzerplaat van het ranke stadhuistorentje zien. dus wist ik toch wel hoe laat het was. Langzaam kwam de stad tot leven. Je kon dat goed horen, want er was toen nog niet zoveel motorisch geweld als nu. De melkboer was er het snelste bij, hij opende de voordeur en vulde de melkkoker die mijn moeder daar had klaar gezet. We zouden het nu niet meer durven om de deur zo vrij te laten staan zodat hij door ie dereen van buiten af geopend kon worden. Met een tik sloot hij de deur weer en je hoorde hem daarna over de stoep naar de buren gaan, om daar hetzelfde te doen. Vervolgens kwam er zo nu en dan een handkar uit de Gemeentetuin om ergens in de stad aan de slag te gaan. De ingang van die kwekerij was naast de woning van een aannemer op nummer 6. Aan de andere kant van het huis had hij zijn schuur en daar moest ik voor mijn moe der in het voorjaar witkalk halen om de keuken te kunnen witten. Daarna hoorde je vanaf de richting van het postkantoor de bakkersknecht fluitend de Manhuisstraat afkomen rijden, op de hoek liet hij zijn fietsbel rinkelen om iedereen te waar schuwen dat hij er aan kwam. Ja. nu was het tijd om op te staan. Maar als je 569

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1995 | | pagina 23