smidwerk in het groot, dat, rijk versierd en fijn, uit een brede en stompe veelhoek eensklaps komt opschieten'. En over het stadhuis zelf: 'De voorgevel doet aan een grote particuliere woning denken, veeleer dan aan een openbaar gebouw geen pui, geen nissen, geen beelden De ogen van een kunstschilder Een bekende schilder, vertegenwoordiger van het symbolisme, was Odilon Redon. Hij werd geboren in 1840 in Bordeaux. Toen hij volwas sen was geworden, zag hij in Parijs het werk van Rembrandt en bewonderde dat zeer. Hij ging in 1878 naar Nederland om zich hierin te verdiepen. Holland beviel hem helemaal niet, hij vond het veel te eentonig en nuchter hier. Het duurde jaren, eer hij weer wat vaker kwam. De aanleiding voor een hernieuwde kennismaking was de verhuizing van zijn vriend André Bonger. Ze hadden elkaar leren kennen in kunstenaars kringen in Parijs. Bonger was bevriend met Theo van Gogh. Theo trouwde later met de zus van André, Johanna Bonger. Nadat André een goede baan aangeboden had gekregen in Nederland, verloren Redon en hij elkaar niet uit het oog. Deze werkkring gaf André de moge lijkheid om een kunstverzameling aan te leggen en zo zijn vriend te steunen. Hij wist de Haagsche Kunstkring te bewegen om een ten toonstelling te organiseren van Redons werk. Op den duur kreeg hij hier enige bekendheid, maar de waardering van een ruimer publiek dateert pas van latere jaren. Hij bezocht Nederland diverse malen. In 1913 bezochten ze op hun terugreis Zeeland. Naar aanleiding hier van stuurde Redon een briefkaart aan Bonger met de woorden: 'Trés vivant dans une ville morte'. Vrij vertaald: Zeer levend in een dode stad. Een raadselachtige opmerking, geheel overeenkomstig zijn stijl van schilderen. Mooi trouwens, als je je op je drieënzeventigste zo springlevend voelt! In 1914 reisde hij voor het laatst naar Nederland. Toen hij op 6 juli 1916 stierf in Parijs, liet hij minstens 225 schil derstukken na. En zoals u waarschijnlijk wel begrepen zult hebben: niet één met Zierikzee als onderwerp.(4) Sfeer en humor De laatste opmerking dateert uit 1950 en komt uit de mond van Simon Carmiggelt. Ook hij hield overal in het land lezingen om wat bij te verdie nen, soms tezamen met Annie M.G. Schmidt. Het hiernavolgende gedeelte uit een ooit één keer gepubliceerde Kronkel is zeker de moeite waard: 'Kent u de Zeeuwen? Zij vormen een zeer geschikt, door vele wateren omgeven volkje en munten uit door een gastvrijheid, die de Oosterling voorbijstreeft. Zierikzee is een schattig stadje vol kromme, zes tiende eeuwse straatjes, die mij bijzonder geschikt voorkwamen om je er op winteravon den met genietende ogen doorheen te haasten, op weg naar huis ten einde bij een open vuur Dickens te gaan zitten lezen'.(5) Het verhaal gaat over een lezing die hij hier moest houden. De spreker schept in de pauze een luchtje bij de bui tendeur. Op dat moment stapt er iemand het Simon Carmiggelt gebouw binnen. Deze man, zich niet realiserend dat hij met de spreker van doen heeft, deelt hem opgewekt mee, dat hij wel verplicht is om te komen, maar erg het land heeft aan lezingen. Als dan later blijkt, tegen wie hij dat gezegd heeft, stijgt het schaamrood hem naar de kaken! Wat hebben we kunnen genieten van de humor van Simon Carmiggelt. Zijn manier om iets te typeren was onnavolgbaar. Gelukkig is er na zijn dood veel van zijn werk uitgegeven. De uitkomsten van deze kleine bloemlezing bij elkaar optellend, bleek de weegschaal precies in 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1998 | | pagina 43