woord liet voeren bij onderhandelingen met bij voorbeeld Rijkswaterstaat. Later nam mijn zes jaar jongere broer de zaken over." Ze deed veel praktische kennis op in haar 'man- nenwereldje'. In een bedrijfstak, waar bij nacht en ontij wordt gevaren, moet je 24 uur paraat zijn. „Soms waren er plotseling 's nachts ergens problemen, dan moest er een sleepboot of een drijvende bok bijkomen. Ik ging dan de ronde doen om de bemanning te porren. Op de heen weg maakte ik hen wakker, op de terugweg stonden de mannen klaar om opgehaald te wor den. Af en toe een hondenbaan. Ik heb altijd graag met hen samengewerkt, ook met de bag geraars, een aparte wereld van stoere mannnen met een klein hartje en altijd bereid om hard te werken. Ik kijk nog altijd met veel plezier op die tijd terug." „In 1953 hebben de drijvende bokken van ons gewerkt in de Schelphoek bij Serooskerke bij het afzinken van de caissons. Toen de laatste caisson afgezonken werd, stond ik daar met mijn neus bovenop. Al vanaf die tijd stamt mijn liefde voor Schouwen-Duiveland. Ik ben door mijn werk wereldwijd geconfrontreerd met veel zaken die kapot gemaakt waren door rampen en oorlogen. Je leert daardoor, dat alles weer zijn normale gang kan gaan, als je maar doorzet om de boel weer opnieuw op te bouwen. Je moet trouwens wèl leren om ermee om te gaan." In 1949 trouwde ze met de weg- en water bouwkundige Jan Niemantsverdriet. „Ik bleef gewoon werken, want mijn man kende me zo en hij vond het best." Ze kregen een zoon en namen later de zoon van een studievriend van haar man op in het gezin, omdat zijn moeder niet voor het kind kon zorgen op dat moment: „Het is overigens net mijn eigen kind hoor." Haar man had een administratieve functie bij de Holland-Amerikalijn. In 1964 maakte het gezin een wereldtrip met een passagiersschip. „We zijn toen 10 maanden bij vrienden in Sydney in Australië gebleven. Het was goed voor de kinde ren, om de taal te leren. Ik had er nooit willen blijven.Er is maar één Holland. Na twee weken krijg ik al de kriebels als ik op vakantie ben. Dan wil ik weer terug. Op Schouwen voel ik me thuis." In 1965, kort na haar terugkeer uit Australië, wordt ze lid van de VVD. Ze woont dan met haar gezin in Rozenburg, aan de Maasboulevard. Aan die boulevard kan men de zeeschepen in en uit zien varen. Die bijzondere band met het water blijft bestaan. „Mijn man nam me toen mee naar WD-vergade- ringen. Zelf zocht ik die niet eens zo op. In 1970 werd de lijst voor de gemeenteraad samengesteld voor Rozenburg. Ik werd gevraagd om tweede op die lijst te gaan staan. Ik werd tot raadslid gekozen en direct daarop tot wethouder. Ik was toen 44 jaar en had een stuk levenservaring. In die tijd woonden er 33 nationaliteiten in Rozenburg. Ik kreeg sociale en personele zaken èn volkshuisvesting in mijn por tefeuille. Mijn ambtenaren en ik hadden de zorg voor de nieuw op te richten dienstencentra, waarbij allerlei voorzieningen er direct ingepland moesten worden. Rozenburg maakte een snelle ontwikkeling door, waarbij het inwonertal en het aantal ambte naren zich verdubbelde. Ik deed mijn werk graag. De WD gaf mij een bepaalde vrijheid in gebonden heid. Je bent gebonden aan de meerderheid van de raad, binnen dat stramien van de politiek moet je opereren. Als burgemeester en wethouder hoor je respect op te brengen voor andere partijen. Je moet plannen haalbaar maken en rekening met eikaars mening houden." „Ik ben nooit bang geweest om initiatieven te nemen. Dat komt door mijn verleden. In mijn werk moest ik wel aanpakken en overal op afstappen. Wij zaten veel pro Deo in allerlei verenigingen en ons bedrijf sponsorde ook veel. Alles wat je voor anderen doet geeft plezier. Een goed verenigingsleven is een noodzaak in de maatschappij. Verenigingen zijn de pijlers van de samenleving." „Met de Vereniging Stad en Lande ben ik het heus niet altijd eens geweest in mijn bestuur- derstijd. Het behoud van van het landschappe lijke deel, daar ben ik het wel mee eens. De ver eniging legt de problemen, die daarmee gepaard gaan, open. Ik zie het toerisme als iets van voor bijgaande aard. Op een modieuze trend kan je 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1998 | | pagina 68