De inundatie mei 1945 bij Luchtenburg De schrijver van het dagboekje, Marinus de Vrieze, plaatst hier palen in de grond om de weg te markeren. Hij wordt geholpen door Marien Tuinman. bardement van vrijdag onder grote belangstelling begraven. Om 9 uur vanmorgen en vanavond om half 5. Ze zijn n.l. in tweeën begraven' De mensen waren ontzettend bang voor de bombardementen op Haamstede en durfden overdag niet buiten te komen. Op een gegeven moment waren er nog maar 4 gezinnen op Haamstede te vinden, de rest was richting Renesse getrokken. (12 januari) Vandaag is het nogal rustig wat het schieten betreft. Wel gaan de menschen nu van 9 uur 's morgens tot 4 uur 's avonds allemaal weg. Ben vandaag nog op H. geweest maar er waren maar 4 huis gezinnen meer. Haamstede was militair gezien een strategisch punt. Dit resulteerde in een groot aantal Duitsers. Bekend waren de Duitsers voor hun fietsenliefde, zo ook hier: (8 januari) Na vandaag mag je niet meer op de fiets rijden want ze moeten allemaal ingeleverd zijn, er staat de zwaarste straf op indien daar geen gevolg aan gegeven is, ook surrogaat.' Daar wist Marien Tuinman, 69 jaar. Haamstede wel raad mee getuige het volgende verhaal: De fiets van Marien's moeder was door de Duitsers gestolen. Ontevreden over deze gebeur tenis trok Marien zijn stoute schoenen aan en liep richting de 'fietsenstalling' bij Slot Haamstede. Deze werd door een Armeen bewaakt. De bewaker lachte en liet Marien door. Hij zocht de fiets van zijn moeder uit en nam nog een extra fiets mee ook!10 Waren de dagen in de jaren 1940-1945 donker, er waren toch ook gebeurtenissen die nu anek dotes zijn geworden. Marien Tuinman vertelt er nog twee: "Men moest met paarden werken. Een Zeeuw roept als een paard moet stoppen of moet gaan lopen 'ho' en 'prrt'. Een Duitser geeft andere commando's. Iedere keer weigerden de paarden als er in het Duits een commando werd gege ven! Dit gaf de nodige complicaties." Bij de Striepheule, tussen Luchtenburg en de boerderij van de Van Damme's, was een bunker complex waar ca. 90 militairen verbleven. Ze hielden hier enkele varkens. Dit was niet toege staan door de commandant en deze beesten moesten verwijderd worden. Op Luchtenburg werden er enkele ondergebracht. Deze varkens waren zeker 300 tot 400 pond. Toen er een Duitser kwam informeren hoe het met de var kens ging, kreeg hij het volgende te horen: "Het is jammer, maar er is er één doodgegaan. Hij was ziek en we hebben hem begraven." De Duitser ging teleurgesteld weer terug. Wat er niet bijverteld werd was dat het beest helemaal niet ziek was en in goede gezondheid geslacht was door slagersknecht Thijs Malipaard. Daarna werd het beest onder enkele in het complot zit tende mensen verdeeld.10 Nog enkele citaten uit het dagboekje van M. P. de Vrieze, die tekenend voor de spannende tijd zijn: (10 januari) verschillende granaten zijn op slot in 't bosch terecht gekomen. Er is wéér een burger getroffen. Ik ben nu ook zoo langzamerhand tot de overtui ging gekomen daar er van H. wel niet veel over zal blijven, als ik nu kijk wat er in een tijd van één week hier stuk is dan mag voor H. de oorlog wel spoedig ten einde zijn. Ook het vee wordt totaal afgeslacht elk week 10 tot 12 koeien dat kan niet 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1999 | | pagina 17