eens laten zien wie ze werkelijk waren. "We
spraken af, dat we onze gewoontes niet zouden
laten veranderen door die stadse mensen. In
Goes droegen we altijd een blauwe overall en
klompen en dat zouden we in Rotterdam ook
blijven doen. Op een middag gingen we met z'n
tweetjes naar de Bijenkorf. We kwamen daar aan
op onze klepperende klompen. In die tijd stond
er nog een portier bij de ingang. Hij keek ons
aan ...I Hoe we het alleen al aandurfden om in
deze uitmonstering de richting van de Bijenkorf
te kiezen
Hij stak zijn neus in de lucht en weigerde om
ons binnen te laten." Er botsten twee culturen
en de klap kwam flink aan. "De grote stad was
niks voor ons en blééf niks voor ons."
Enkele jaren later verhuist het gezin Doeleman
naar Leiden, weer naar een groter huis aan een
singel. Daar gaat Hugo naar de middelbare
school. Die schooltijdperiode zal hij later in
Utrecht afmaken en gaat hij als student op
kamers bij zijn grootmoeder in huis. Daar komt
hij voor het eerst met bestuurstaken in aanra
king. Er wordt hem gevraagd om voorzitter van
de leerlingenvereniging te worden. "Die HBS was
voor die tijd al een grote school, waar allerlei
evenementen werden georganiseerd. In Tivoli
werden daverende feesten gehouden. Van mij
- de kersverse voorzitter - werd verlangd, dat ik
aan het begin van elk feest een speech zou hou
den. Aanvankelijk vind je dat natuurlijk tamelijk
spannend, maar gaandeweg ging mij het steeds
beter af en ik heb er veel van geleerd," vindt
Doeleman.
Halverwege de zestiger jaren vertrekt Hugo voor
drie maanden naar Amerika. Het geld voor de
overtocht kan hij van zijn ouders lenen. Hij heeft
echter contact opgenomen met een verre oom in
Detroit. In Amerika zal hij het geld van de reis
terug moeten verdienen. Hij ziet Amerika dan
nog als het beloofde land en heeft vage plannen
om zich daar te vestigen. Hij komt als hulpje te
werken in een motel. Zegt dat hij er veel van
geleerd heeft, maar wil na de gestelde periode
toch zo snel mogelijk terug naar Nederland.
'The American way of life' is niet de zijne. Na
zijn terugkeer moet hij onder de wapenen. Hij
wordt wachtmeester bij de Huzaren van Boreel,
de 'zwarte baretten'. Een elitecorps, vonden ze
zelf op z'n minst. De 'zwarte baretten' stonden
te boek als onverschrokken knapen, extra zwaar
getraind en voor de duvel niet bang. Je was wel
wat als je met je kameraden, de zwarte baretten
op één oor, door de stad flaneerde. Na zijn
diensttijd treedt hij in dienst bij de Amro Bank in
Amsterdam en trouwt met Trudy. Ze blijven elf
jaar in Noord-Holland wonen, achtereenvolgens
in Amsterdam, Haarlem en Heiloo. In die tijd al
wordt hij lid van de Vereniging Stad en Lande
van Schouwen-Duiveland. In 1978 geeft een
kennis hem de tip, dat er in Dreischor een huis
te koop staat, dat wellicht wel iets naar de
smaak van het gezin Doeleman zou zijn. "Het
was een schot in de roos. We zagen het pand en
waren verkocht. Een bouwval was het en we
hebben er jaren aan moeten spenderen om het
te restaureren, maar het was liefde op het eerste
gezicht en het is altijd zo gebleven. Jarenlang
heb ik iedere vrije minuut erin gestoken om het
- onder toezicht van Monumentenzorg - in
oude glorie te herstellen. Ik denk wel eens, dat ik
mijn kinderen in die tijd te weinig aandacht heb
gegeven, zo werd ik in beslag genomen om
ieder detail van het huis naar wens vorm te
geven."
'Het huis' bracht het gezin Doeleman naar
Schouwen. Om permanent in het huis te komen
wonen, probeerde Hugo in Zeeland werk te vin
den en dat lukte. Hij werd directeur van de kan
toren Goes en Vlissingen van de Nederlandse
Credietbank NV. Na zeven jaren stapte hij over
naar ZLM Verzekeringen. Hij voelde zich thuis in
dit typische Zeeuwse bedrijf. Korte tijd later werd
hij parttime directeur beleggingen bij een verze
keraar in Gouda. De binding met Zeeland kon hij
niet los laten, vandaar dat hij er bleef wonen.
Inmiddels is hij na diverse managementfuncties
bij banken een eigen financieel adviseursbureau
begonnen, zodat hij thuis kan werken.
Op Schouwen-Duiveland werd al snel een beroep
op hem gedaan om bestuurlijke functies te
bekleden. Hij werd bestuurslid van de Stichting
Samenlevingsopbouw Schouwen-Duiveland.
In 1984 kwam hij in het bestuur van Stad en
18