DE KERK VAN NOORDGOUWE
VANBINNEN EN VANBUITEN
In november 1998 werden de in juni van
genoemd jaar aangevatte herstelwerkzaamheden
aan het interieur van de kerk van Noordgouwe
voltooid. Naar aanleiding hiervan is een bijdrage
geschreven over dit, al door velen met bewonde
ring bekeken Zeeuwse kerkgebouw. Mede omdat
het kerkarchief van Noordgouwe nog niet is
geordend en beschreven, kon er slechts een
tamelijk globaal onderzoek worden ingesteld.
De mogelijkheid om door een grondiger onder
zoek van de archieven de schaarse literatuur over
de bouwgeschiedenis van de kerk op een meer
bevredigende wijze aan te vullen, zou in de
nabije toekomst eigenlijk nog eens moeten wor
den benut. Dit architectonische kleinood van de
Noordgouwse Hervormde gemeente verdient het
zeker!
De Noordgouwse kerk (Driekoningenkerk)
gezien vanuit het zuidwesten, in de achttien
de eeuw. (kopergravure door Hendrik Spilman
naar een tekening door Cornells Pronk
(1691-1759) van ca. 1740uit: 'Het verheer
lijkt Nederland of Kabinet van hedendaagsche
gezigten V', Amsterdam 1754)
Bouw
De kerk van Noordgouwe, omringd door gracht,
lindebomen en de huizen van de Ring, is de
enige van de twaalf geheel of gedeeltelijk over
gebleven middeleeuwse kerken op Schouwen-
Duiveland* waarvan we vrij nauwkeurige infor
matie over de start van de bouw bezitten.
Die informatie vermeldt de Noordgouwse door
negen zegels bekrachtigde perkamenten akte
van 28 november 1462, waarin de schepenen
van Noordgouwe aan de Zierikzeese magistraat
verzoeken om financiële ondersteuning van de
'metselrije ende tymmeraedije' door de in
Zierikzee woonachtige ingelanden. Met betrek
king tot de stand van zaken wordt opgemerkt:
want wij begonnen hebben te metsen
ende te tymmeren ter eeren Goods in
Noortgouwe eene niewe kercke
We weten dankzij dit document dat de kerk
bouw zich in 1462 in de beginfase bevond, het
geen uiteraard niet per definitie hoeft te beteke
nen dat men met de bouwwerkzaamheden
precies in genoemd jaar aanving. De woorden
'niewe kercke' suggereren het bestaan van een
ouder godshuis. Daarom is het geloofwaardig
dat de Noordgouwse parochie in de eerste helft
van de vijftiende eeuw al een houten noodkerkje
bezat, waaromheen een ringbebouwing wellicht
reeds groeide. Bovendien had een van de leden
van het Huis van Avesnes, Jan van Chatillon (ca.
1330-1381), graaf van Blois en ook heer van het
toenmalige eiland Dreischor, al op 7 juli 1374 bij
de 'uitgifte' van twee in de waterloop de Gouwe
aangeslibde stukken grond, een eeuwigdurende
prove voor de stichting van een kerk in de te
maken polder in het leven geroepen. Het hou
den van erediensten in een eigen godshuis was
daarmee in belangrijke mate vergemakkelijkt. Dat
niettemin tot omstreeks 1460 zou zijn gewacht
met de bouw ervan, is alleen voorstelbaar als de
Noordgouwenaars de erediensten in de kapel
van het klooster Sion hebben kunnen bezoeken.
Dit enige Zeeuwse kartuizerconvent, ook
genaamd Sint Hiëronymusklooster of Sionsberg
(domus Montis Syon), werd in 1434 in de
Noordgouwepolder gesticht nabij de plaats van
de latere buurtschap Schuddebeurs. In 1436
werd het opgenomen in de orde van de kartui
zers. Kartuizers waren monniken van de strenge
contemplatieve orde van Sint Bruno (ca. 1032-
1101), door deze heilig verklaarde Keulenaar in
4