"UUT DE PEPIEREN" "3 VERHAALTJES"
ARCHIEFBRONNEN OVER HET DAGELIJKS LEVEN
OP SCHO UWEN-D UIVELAND
1
Vier door de schout van Noordgouwe opge
maakte processen-verbaal betreffen een beschul
diging van een moordpoging in de winter
1818/' 19Liertje Muste deelde met haar echtge
noot Marinus Kortvriend en de hierna te noemen
buren een huis aan de Noordgouwse Dorpsstraat
(huidige Brouwerijstraat), naast Het Plaatsenhuis.
Zij meende tijdens een bezoekje aan haar buur
vrouw Laurina van de Stolpe, dat deze in het
beslag van de pannenkoek voor haar gade
Marinus van Zon vergif wilde doen. Toen Liertje
ter voorkoming van "eene zoo ongeoorlofde,
snode daad" het poeder in het vuur wierp, was
er volgens haar een "pof of kleine slag" te
horen. Volgens Laurina ging het om gewoon
"pastijkruid".
Pieter, het vijfjarige zoontje van Marinus
Kortvriend en Liertje Muste, kreeg op 17 juni
1819 een draai om zijn oren van Jacoba d'Haze.
Zij zag namelijk dat hij bezig was met plagen
van een geit die op het Noordgouwse kerkhof
graasde. Toen het jongetje huilend aan zijn moe
der vertelde dat Jacoba hem had geslagen, ont
stak moeder Liertje hierover in grote woede. Zij
begaf zich stante pede naar Jacoba's aan de
Ring gelegen woning. Daar aangekomen kreeg
deze te horen: "Wee bliksem, slaat gij? Mijn jon
gen moet gij niet slaan. Als gij te slaan hebt,
slaat dan mij." Waarop Liertje furieus begon te
slaan met een schrepel, die zij in het huis van
een haak had gelicht. Johannes Jasperse, kaste
lein en winkelier in Het Plaatsenhuis, en de
Zonnemairse vrachtrijder Willem Botbijl, waar
schijnlijk op het lawaai afkomende, grepen in.
Jacoba vertelde de schout dat bij aldien zij
geen ontzet had gekregen, zij waarschijnlijk was
doodgeslagen geworden".
De gemeentelijke belastingaanslag van 1874
kwam hard aan bij Cornelis Dalebout Dinge-
mansz., arbeider te Noordgouwe. En hij voelde
zich toch al onrechtvaardig behandeld door het
gemeentebestuur. Dalebout weigerde te betalen.
Hij achtte de last van iemand die een gezin met
zes kleine kinderen moet onderhouden "en
meest alles met den arbeid moet verdienen", ook
zonder de belastingaanslag groot genoeg.
Bronnen
- Gemeentearchief Schouwen-Duiveland (GASD),
- Archief gemeente Noordgouwe 1811-1960
(AGN), doos N 12 ("N54. Brieven 1818"),
register van afschriften van brieven uitgegaan bij
het gemeentebestuur/register van afschriften van
afkondigingen en processen-verbaal, 1817 dec.
8 - 1823 dec. 6, (resp. processen-verbaal nrs.
50-53 en 54)
- GASD, AGN, doos 37 (stukken ingekomen bij
het gemeentebestuur 1874 (brief mei van dat
jaar)
Tekening
Saskia Eggink - du Burck
13