DE OEGSTGEESTER PAN
OP EEN ZIERIKZEES KERKENDAK
Bronnen
- J. L. Braber en C. P. Pols, Zierikzee zoals het
was Zierikzee 1970
- Cor Pols, Zierikzee, zoals het was..., deel 3,
Zierikzee 1991
- H. Uil, Zierikzee, stad met vele gezichten,
Goes 1 996
- J. Westendorp Boerma, De historische schoon
heid van Zieriksee, Amsterdam 1946
Noot
1De marmeren tegels werden uit de gang
verwijderd, waarschijnlijk in 1982. Volgens de
informatie die specialist Monumenten van de
gemeente Schouwen-Duiveland J. K. van Baaien
ter ore kwam, belandden de tegels op het terrein
van de gemeentewerkplaats aan de Korte Nobel-
straat. Enkele jaren geleden werden deze herge
bruikt in een ander monumentenpand in Zierik
zee. In gang en keuken van het pand Lange No-
belstraat 40 aldaar en in het gebouwtje op het
bijbehorende erfje, is het grootste deel van deze
gepolijste en ongepolijste tegels tegenwoordig te
vinden (red.).
Zierikzee, wordt aangeduid als "parel aan de
Oosterschelde" en monumentenstad. Vijfhon
derddrieënzestig oude en heel oude panden ge
ven de stad een speciale historische sfeer. Het
zijn meest woonhuizen, die op de monumenten
lijst staan. Maar ook tussen de panden met een
andere bestemming, zijn echte "parels" te be
speuren.
Een voorbeeld daarvan is het kleine Evangelisch
Lutherse kerkgebouw. Het staat daar wat bezij
den het centrum, maar wie het ziet, raakt
meteen gecharmeerd. Het pand werd in de
huidige vorm gebouwd in 1755. Op 18 januari
1756 kon de kerk worden ingewijd. Men schreef
hierover: "Een waardig kerkgebouw met zes
hooge kerkramen, voorzien van boven met een
leyen dak en twee looden zwanen daarop, terwijl
zij aan den ingang met een fraaye poort en een
voorportaal pronkt."
De Evangelisch Lutherse Kerk te Zierikzee
(foto L.E. Blikman, Zierikzee)
Het uitwendige van het kerkje is heel eenvoudig.
Dit komt omdat de overheid richtlijnen stelde,
die het de lutheranen verbood om kerken te
bouwen met torens en duidelijk zichtbaar aange
brachte uurwerken. Ondanks deze beperkingen
is de buitenzijde van het kerkje beslist smaakvol.
Op de begane grond wordt ons oog onwillekeu
rig getrokken naar de mooie ingangspoort met
de spreuk erboven en de gedenksteen, beide
aangebracht in 1755. Ook de kleine ornamen
ten, die de buitenkant sinds enkele jaren sieren,
kleden het gebouw bijzonder mooi aan. Kijken
we naar boven, naar het dak, dan zien we daar
de twee zwanen nog net zo fier staan als in de
achttiende eeuw. Toch is er wat aan het dak ver
anderd in de loop der jaren.
In het verhaal van even na de ingebruikneming
werd gesproken over een leien dak. En op het
dak ligt nu een geheel ander soort dakbedek
king: gebakken pannen. Hoewel de kleur wel
ongeveer dezelfde is als die van leien, wijkt de
vorm duidelijk af. Deze dakpannen worden in
onze streek wel lelieblad- of hartjespannen
genoemd. Een andere benaming was Jossonpan.
De officiële naam luidt echter: Oegstgeester dak
pan. Deze bijzonder fraaie dakbedekking is in
1840 voor het eerst gebakken Herfordshire
(Engeland) door de fabrikant James Reed. In
1843 kreeg de firma een importvergunning in
België. In 1846 begonnen de fabrikanten Josson
en De Langle de productie van deze dakpan in
9