weeskamer met hun nalatenschap hadden uit
gesloten en personen van wie 'de rol' niet viel te
benoemen. En de namen van Zierikzeeënaars en
anderen die de papieren buiten de hoofdper
sonen om nog vermelden, zijn een veelvoud van
dit aantal. In de stukken vinden we bij de namen
van de wezen en halfwezen vaak hun leeftijden,
waardoor de geboortejaren bij benadering kunnen
worden bepaald: het Zierikzeese Weeskamerarchief
kan dus functioneren als een broodnodige, alterna
tieve bron voor de verbrande kerkelijke registers.
De toegang tot dit rijke Zeeuwse archief wordt
zowel in papieren als in digitale vorm geleverd
aan het Gemeentearchief Schouwen-Duiveland.
Digitaal behoort - afgezien van onderzoek op
familienaam - gericht onderzoek op beroep of
ambt eveneens tot de mogelijkheden, dwars
door de geledingen van de Zierikzeese maat
schappij heen. Beroepen en ambten werden
immers in vele gevallen opgenomen in het over
zicht, dat wil zeggen als men dit in het sterfjaar
nog had uitgeoefend.
De onderzoeker dient erop bedacht te zijn dat
beroepen en ambten in het gedeelte dat eerder
werd geïnventariseerd niet altijd zijn vermeld.
Als 'opmerkingen' werden onder meer vermeld
de gegevens ter nadere identificatie van personen
van wie niet of nauwelijks viel na te gaan wie zij
waren, alsook informatie over sterfgevallen in
het Zierikzeese Manhuis of Gasthuis en buiten de
stad (onder meer de sterfgevallen op zee en in
het buitenland). De persoonsnamen en beroepen
uit de verzamelbeschrijvingen van de eerdere
inventarisator werden verzameld en opgenomen.
Registers en losse stukken
Volgens Pieter de Vos heeft omstreeks 1830 een
grove inventarisatie plaatsgevonden, nadat men
de archiefkasten van de weeskamer had "openge
broken". In de kasten werden losse stukken in
manden aangetroffen. Enkele manden bevatten
stukken "door ratten verknabbeld of verteerd", die
men uit het Weeskamerarchief heeft verwijderd. Om
en nabij 1910 heeft ook De Vos al een beschrijving
gemaakt van de registers van het archief.Met orde
ning en beschrijving van het Weeskamerarchief
Zierikzee werd in 1949 begonnen door M. P. de
Bruin, archivist-A van het Rijksarchief in Zeeland.
Hij zag geen kans om het te voltooien, wegens zijn
vertrek naar de Provinciale Bibliotheek in 1961
In de studiezalen van het Rijksarchief in Zeeland
en de archiefbewaarplaats te Zierikzee werd in
1982 een uitgetypte, door archivist P. J. Bos
bewerkte versie van De Bruins onvoltooide manu
script-inventaris in de boekenkasten gezet, om zo
de onderzoekers toch op het spoor te zetten van
het ontsloten gedeelte van het archief. Deze van
een index voorziene archiefinventaris vermeldt
alle registers tezamen met een aanzienlijk deel
van de boedelpapieren.
De schrijver van deze bijdrage werd na zijn over
stap van het Gemeentearchief Schouwen-
Duiveland naar het Zeeuws Archief (maart 2000)
in staat gesteld de door De Bruin gestarte inven
tarisatie te voltooien, daarbij administratief onder
steund doorl Dieleman en J. A. Rentmeester. De
oogst van de bewerking van het restant bestaat uit
zo'n 3600 beschrijvingen van boedeldossiers en
andere papieren. Om de inhoud van de overvolle
dozen bloot te leggen, vervaardigde hij een over
zicht van namen van de in het voorgaande hoofd
stuk genoemde groepen. Over een en dezelfde
nalatenschap kunnen de stukken zich onder meer
dere inventarisnummers bevinden. In het verleden
moeten vele 'dossiers' uiteengeraakt zijn. Door alle
dossiers en fragmenten daarvan in een database te
beschrijven, kan toch aan de meest voorkomende
wensen van de onderzoeker worden voldaan.
In de gevallen waarin 'de hoofdpersoon' niet kon
worden onderkend, zijn alle persoonsnamen uit
de bijeen behorende stukken overgenomen.
Nadat de gemeentearchivaris van Schouwen-
Duiveland tegen het eind van de inventarisatie van
het archief nog op een aanzienlijke hoeveelheid
losse stukken in de Zierikzeese bewaarplaats had
geattendeerd, werden deze stukken opgehaald en
overeenkomstig de tijdens het project gehanteer
de methode beschreven.
Onderzoeksmogelijkheden
Zoals gezegd komt het archief de genealogisch
belangstellenden bij hun naspeuringen zeer te
pas. Behalve over gezinssamenstelling en leeftijden
van kinderen komen onderzoekers bij het aan
treffen van 'dossiers' over de door hen gezochte
persoon, vrijwel altijd achter de bijzonderheden
over de welstand van de ouders op het moment