DE EERSTE FILMVERTONINGEN TE ZIERIKZEE
vragen aan voornamelijk boeren voor de aanleg
van riolering in Zuid-Holland. "Die boeren lieten
aktes zien van oude landerijen. Er was er zelfs
een die een enorme kaart had hangen met elk
stukje land dat door zijn vader en later door hem,
was aangekocht. Intrigerend vond ik dat."
Toen Bours met pensioen ging, verhuisde hij
vanuit Bleiswijk weer terug naar Limburg.
Overigens woonde en werkte hij tijdens zijn
loopbaan gedurende een aantal jaren af en aan
op Schouwen-Duiveland. Bours was hier onder
meer als toezichthouder betrokken bij de herstel
werkzaamheden na de ramp van 1953.
Eenmaal gepensioneerd en al terug in Limburg
stortte hij zich op het uitzoeken van de stamboom
van zijn familie: "M'n vader vertelde me er wei
eens over. Een neef die priester was, had alles
uitgezocht. Toen de man echter dement werd,
hebben de nonnen alles weggegooid. Ik ben dus
weer opnieuw begonnen. Met hulp van de archi
varis van Thorn, zijn we tot 1523 teruggegaan.
Maar is nog meer. De eerste akte van het uit
Frankrijk afkomstige geslacht Bours dateert van
1159. Omdat het om een adellijke familie ging, is
er veel beschreven en kun je zo ver teruggaan."
"In Limburg is het
sowieso gemakkelijker speuren naar gegevens
voor een stamboom dan in Zeeland", zegt hij.
"Dat komt ook door de katholieke kerk. Alles
werd opgeschreven en veel van die boeken zijn
bewaard gebleven. Hier is veel verloren gegaan
door oorlog en water."
Bours en zijn echtgenote Cornelia Bours - de Vin,
die zelf ook een fervent stamboomonderzoeker
is, verhuisden anderhalfjaar geleden vanuit
Limburg naar Zierikzee. Een avondje van Stad en
Lande vormde de introductie tot zijn archiefwerk
in Zierikzee. Bours stapte op gemeentearchivaris
H. Uil af met de vraag "Is er voor mij ook iets te
doen op het archief "Zeker is er wat te doen,
maar kun je oud schrift lezen?", was het antwoord.
In oud schrift had Bours zich in Limburg al verdiept.
"Maar om al die echte Zeeuwse namen te kunnen
lezen, heb ik hier toen nog een cursus gevolgd",
voegt de vrijwilliger toe.
Het leuke aan het archiefwerk vindt Bours niet
alleen de materie zelf. "Er zijn ook mensen bij die
thuis achter de fiches zitten, maar daar is het me
niet om begonnen. Ik vind het juist leuk om naar
de studiezaal te gaan. Je leert er weer nieuwe
mensen kennen."
Carolien de Vrieze
Bij een rondje over de Zierikzeese kermis op
9 september 1899 kwam de verslaggever van de
Zierikzeesche Nieuwsbode aan bij de reizende
bioscoop van Nico Schinkel en tekende daar heel
nuchter het volgende op: "Wij worden in de
gelegenheid gesteld om vertooningen van be
wegende lichtbeelden te zien, voorstellende
o.a. het bezoek der Koningin aan de Zaanstreek,
een stierengevecht te Madrid, een verhuizing
met de Noorderzon etc. Voldaan verlaten wij
de Kinematograaf
Het was de eerste reactie op de introductie van
een nieuw medium, dat de gehele twintigste
eeuw en de gehele wereld zou gaan beheersen.
Voor de verslaggever was de sensatie niet groter
dan die van weer een andere attractie die iets
toevoegde aan de Zierikzeese kermis. Heel anders
ging het in 1895 in Parijs toe, toen de gebroeders
Lumière daar hun eerste vertoningen gaven van
een film van de aankomst van een locomotief
in een station in de buurt van Marseille. Het ver
zameld publiek deinsde daar achteruit, omdat
men dacht dat de locomotief daadwerkelijk de
zaal in zou rijden.
De vertoningen in de bioscooptent van de uit
Purmerend afkomstige Schinkel waren de eerste
in Zierikzee, maar in Nederland waren in grotere
steden vanaf 1896 al op verschillende plekken
15