ZIERIKZEES MUZIEKBOEK VERSCHENEN dominees van deze plaats in de tachtiger jaren van de achttiende eeuw (door J.-M. Hangoor te Oost-Souburg), een gedicht over oude pakhuizen aan de Meelstraat te Zierikzee (van Erna Jurg te Zierikzee), de begintijd van het toerisme op Schouwen-Duiveland (door Hugo Doeleman) en de Zierikzeese Concertzaal (door Adri M. Leijdek- kers te Nieuwerkerk). In 2002 konden opnieuw de vaste rubrieken 'Praet', 'Wie is dat noe', 'In het kort' (jaaroverzicht), 'Gesignaleerd' en 'Uut de pepieren' worden aangetroffen in het Mededelingenblad Stad en Lande. In genoemde speciale aflevering van 'Uut de pepieren' werd aandacht geschonken aan het bijbels schilderij en bezit van de Zierikzeeënaars in de Gouden Eeuw. De rubrieken werden geschreven door respectievelijk: De Vrieze/Romijn - De Raat, drs. Liesbeth van der Doe - van der Geest te Zierikzee/Den Haan, Verduijn den Boer, Van der Doe en Den Haan. Saskia Eggink - du Burck, beeldend kunstenares op Schouwen-Duiveland, heeft de illustratie van laatstgenoemde rubriek verzorgd, uitgezonderd de afbeelding in num mer 103. Jan Verduijn den Boer heeft een deel van de foto's genomen. Naar aanleiding van een tentoonstelling over de muziekgeschiedenis van de provincie bij het Zeeuws Archief werden een persbericht en een Haamsteedse liedtekst overgenomen, en ver meldt de rubriek 'Van de redactie' in nummer 103 informatie over Johan Chr. A. W. Hoek, een verzamelaar van gedichten en teksten van volks liedjes die in jaren tachtig van de negentiende eeuw in Bruinisse kwam wonen, alsook over zijn dichtende vader Melchior A. A. Hoek. Zeer welkome hulp bij de voorbereiding van de verzending van het blad werd - zoals gebruike lijk - geboden door Giel en Mieke Overbeeke te Burgh-Haamstede. Sander den Haan In januari 2003 is in het Provinciehuis van Zeeland gepresenteerd het zesde deel van de door het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen geproduceerde reeks Exempla Musica Zelandica (general editor dr. Albert Clement). Door de eeuwen heen is in Zeeland van een geanimeerd muziekleven sprake geweest. Een behoorlijk aantal van de in deze provincie ont stane, dan wel door oorspronkelijk uit Zeeland afkomstige componisten geschreven werken is overgeleverd. In de reeks Exempla Musica Zelandica krijgen zowel facsimile-edities als moderne uitgaven van deze muziek een plaats. Het zesde deel van de reeks bestaat: Johan Snep, Three sonatas for viola da gamba and basso con tinuo (edited by Norbert Bartelsman, with an introduction by dr. Rudolf Rasch) De organist en componist Johan Snep, gedoopt te Utrecht op 17 april 1659, was werkzaam te Arnhem en Leiden voordat hij zich aan het eind van de zeventiende eeuw te Zierikzee vestigde als organist van de Grote of Sint Lievensmonsterkerk. Na hier ruim een kwart eeuw de diensten te hebben begeleid, werd hij op 2 september 1719 in dit gebouw begraven. Kort daarvoor, in 1718, kreeg hij van het kerkbe stuur toestemming om zijn taken als organist samen met zijn dochters Agnita Willemina en Johanna Catharina te vervullen. Daarmee werden zij de eerste vrouwen uit de Nederlandse ge schiedenis die het organistenambt in een protestantse kerk verkregen. In 1700 werden tien suites voor viola da gamba en basso continuo van Johan Snep uitgegeven door Estienne Roger te Amsterdam. Hoewel de titelpagina de term 'sonate' vermeldt, moet dit woord niet worden opgevat als aanduiding van een zelfstandige compositie, maar slechts als aanduiding van het eerste stuk uit een reeks korte delen, waaruit de suites bestaan. Johan Snep droeg zijn suites op aan mr. Nicolaas Cau, die ten tijde van de publicatie aanzien genoot als oud-burgemeester, raad en pensionaris van Zierikzee. Vermoedelijk was hij als amateur-gam baspeler een leerling van Snep. In het vroegere 18

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2003 | | pagina 22