PRAET... EEN GESPREK MET JANET TIMOFEI, BEHEERDER VAN HET MUSEUM DE BURGHSE SCHOOLE Op geen enkele manier oogt Janet Timofei - Klatten onopvallend. Ze hoort duidelijk in de rij van 'sterke persoonlijkheden' thuis. Hoewel ze van nature een enthousiaste prater is, geldt dit vooral als ze over haar werk praat. Het is duidelijk dat dit haar hart heeft. En haar hart ligt op de tong Laat maar komen die verhalen. Haar werkterrein bevindt zich in Burgh, waar Janet dezer dagen precies tien jaar geleden door de Stichting Westerschouwen Kultureel werd aan gesteld als beheerder/conservator van het kleine museum van Burgh. Dit 'pareltje aan de museale kroon van Schouwen-Duiveland' bestond toen ongeveer driejaar. Het dorp Burgh kreeg in 1842 een nieuw schoolgebouw, dat in 1916 grondig werd verbouwd tot het pand dat daar nu nog steeds aan de Kerkstraat staat. In 1961 kwam er een nieuw schoolgebouw op de grens van Burgh en Haamstede en kwam het oude leeg te staan. In 1990 ontstonden er plannen om iets met het gebouw te gaan doen bij leden van de Stichting Westerschouwen Kultureel. Men stelde een werk groep 'Burghse Schoole' in, die het plan uitwerkte en bij de toenmalige gemeente Westerschouwen indiende. Deze reageerde positief, evenals vele anderen, die hulp en financiën toezegden. Eerst werd het gerund door vrijwilligers, maar op een gegeven moment werden de werkzaamheden te uitgebreid. Er moest iemand worden aangesteld. Dat werd dus onze hoofdpersoon. Hoe komt een geboren Rotterdamse hier op een plaats terecht waarvoor affiniteit met de geschiede nis van de streek een vereiste is? 'Schouwen heeft mijn hart', krijg ik als antwoord op mijn vraag. 'Het is het eiland waar mijn moeder werd geboren, en het heeft altijd een belangrijke plaats in mijn leven ingenomen.' In 1988 belandde ze met man en kinderen in Burgh. Eerst hield Janet zich bezig met diverse soorten vrijwilligers werk. 'Je wilt toch iets doen naast je huishouding, alleen maar huisvrouw zijn, is niets voor mij.' Toen stond daar plotseling die advertentie in de krant, waarin een beheerder voor het Museum 'De Janet Timofei (foto: redactie). Burghse Schoole' werd gevraagd. Ze meldde zich aan en kon direct aan de slag. Zonder ervaring op dit gebied, maar gewapend met een flinke dosis ondernemingslust, zette ze haar schouders eronder. En ze doet het werk erg graag, het Museum is niet meer weg te denken uit haar leven. De vaste opstelling in de drie lokalen is leuk: het begin twintigste-eeuwse schoollokaaltje, een lokaal als expositieruimte en de maquette met informatie over de Karolingische burg van Burgh. Het onder houd en het ontvangen van gasten vergt heel wat arbeidsuren. Maar het bedenken van thema's voor nieuwe exposities en het inrichten van de tentoonstellingen is nog veel meer werk. Goede herinneringen heeft ze aan de expositie 'Het verdronken Westenschouwen', die ingericht werd door Frans Beekman met medewerking van de Werkgroep Archeologie Schouwen-Duiveland. Zelf richtte ze toen twee vitrines in over de 'akte K', de akte 'Nuttige Handwerken', die leraressen vroeger moesten bezitten om les te mogen geven. Elk seizoen kwamen er minstens twee extra ten toonstellingen, soms wel meerdere. Hilarisch was het moment waarop er iets heel erg fout ging. Samen met drie imkers was ze bezig om een ten toonstelling in te richten over bijenhouderij. Er was in het schoolklasje een bijenkast geplaatst met een perspex buitenkant, zodat het leven in de kas goed te volgen was. Deze zat al tamelijk vol met honing en moest worden leeggemaakt, toen 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2005 | | pagina 14