op een onverklaarbare manier de kas van zijn voetstuk viel. De meeste bijen ontsnapten en de honing stroomde over de grond. Wat een paniek! Janet's commentaar bij het zien van de ravage: 'Laten we eerst maar eens koffie drinken'. Daarna werd er met warm water gedweild, gedweild en nog eens gedweild, tot het eindelijk niet meer plakte. Ook zal ze de tocht met een vrachtwagentje naar Hoorn nooit meer vergeten. Er moesten spullen worden opgehaald voor een Ot en Sien tentoon stelling, achttien vitrines van een verschillend formaat. En dat, terwijl ze nog nooit in zo'n grote auto had gereden! Maar het liep goed af, met een behouden thuiskomst. Leuke herinneringen heeft ze aan de theaterrondleidingen, die jarenlang werden gehouden. Deze hadden een simpele, speelse opzet: de deelnemers kregen de geschiede nis van drie onderwerpen te horen, die elk gevolgd werden door een kort toneelstukje dat hiervan een stukje uitbeeldde. Zo doken er na het verhaal over de Karolingische burg plotseling twee Noormannen op achter de bosjes. Ze maakten ruzie, maar legden dit ook weer bij. In het school- lokaaltje kreeg een ondeugend jongetje het aan de stok met de juffrouw en in de kerk liep 'de domme loodgieter' rond, die de schuldige was van het afbranden van dat gebouw in 1924. Wat een lol en enthousiasme bij uitvoerenden en toe schouwers! Het was leuk voor ouders en kinderen en er kwamen drommen mensen op af, zowel toeristen als eilandbewoners. Inventarisatie van de collectie neemt ook veel tijd in beslag. Het vele werk hoeft Janet gelukkig niet alleen te doen. 'We hebben naast het stichtingsbestuur een vaste ploeg van twaalf mensen die zich enorm inzetten voor het museum. Onder hen bevindt zich ook een tuinman, die het groen pico bello beheert en een klussenman, die wat zijn ogen zien met zijn handen maken kan. Samen houden we de oude school van Burgh in stand, zodat het een feest is om hier rond te kijken. De buitenkant van het gebouw bezit de status van een monument en de gemeente zorgt gelukkig voor het onderhoud daarvan.' Waf is in jouw ogen het belang van een klein museum als 'De Burghse Schoole'? 'Ons publiek bestaat veelal uit mensen die juist graag kleine musea bezoeken. Het is er betaal baar, gemoedelijk en het spreekt meer aan. Speciaal ons schoollokaal brengt heel wat nostalgische ge voelens teweeg. De suppoost is altijd in de buurt en heeft altijd tijd om vragen te beantwoorden. Vanwege de kleinschaligheid kunnen we meer aandacht aan de bezoekers schenken en dat wordt gewaardeerd.' Janet Timofei en haar man Henk bewonen een ruim appartement in gebouw De Muralt in Brouwershaven. Het licht stroomt aan twee zijden de ruime kamer in en belicht het gezellige interieur, dat duidelijk de handtekening van de bewoonster draagt. Niet dat Henk er maar inwoont; gelukkig voelt hij er zich ook erg goed thuis. Hij werkte jaren op booreilanden en daarom bevalt hem het uitzicht op de haven en de Grevelingen heel goed. Waar komt je bijzondere achternaam vandaan? Deze klinkt bepaald niet Hollands. 'Nee, dat klopt, ik ben een afstammeling van Roemeense voorouders die in het begin van de twintigste eeuw van plan waren om naar Amerika te gaan, maar door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in Rotter dam zijn blijven steken. Op internet kom je deze naam ook veel tegen, vooral in het oosten van Europa en in Rusland. Daar is het vaak een voor naam.' Inmiddels ben ik erg benieuwd geworden waarom jij en je man op Schouwen-Duiveland zijn gaan wonen. 'Toen mijn ouders trouwden was vader als timmer man in dienst bij de gemeente Rotterdam. Uiter aard vestigden ze zich daar en ik werd daar ook geboren. Voor moeder bleef het eiland trekken.' Wat was er meer voor de hand liggend dan de zomervakantie op Schouwen door te brengen? De kinderen Klatten waren dol op het strand en het was heerlijk om in de duinen te kamperen. Elke zomer, zes weken lang! Zo ontvluchtten ze bijvoorbeeld de polio-epidemie die in 1958 Rotter dam teisterde. Jammer dat vader maar twee weken vrij had, maar ze vermaakte zich ook als hij er niet was. Het was kamperen in de zuiverste zin van het woord. De tent stond zomaar ergens in het gebied rond de vuurtoren, naast een bunker. Moeder kookte binnen, dan waaide de gasvlam niet zo snel uit. Water werd gehaald bij een van de huizen naast de vuurtoren. Vader sprokkelde wrakhout op het strand en timmerde daar een tafel van. Vlak naast de bunker staande bewees deze elke maaltijd bij droog weer zijn diensten. 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2005 | | pagina 15