ZELKEPOLDER 1953-1954
Op 2 februari 1953, een dag na de Watersnood,
stuurde de secretaresse van de Internationale
Vrijwillige Hulpdienst (IVH), Jo Koster, een brief
om hulp aan alle andere takken van de Service
Civil International (SCI). Op 21 februari kwam Karl
Ketterer van de Zwitserse tak naar Nederland met
een kant-en-klaar plan - op verzoek van en geheel
doorgesproken met Rijkswaterstaat - voor de
levering van barakken voor het onderbrengen van
2000 dijkarbeiders. Deze barakken werden
geschonken door het Zwitserse Rode Kruis en
opgebouwd door vrijwilligers van de SCI. Dat
gebeurde onder leiding van barakkenbouwspecia-
listen van het Zwitserse leger. Het geheel stond
onder toezicht van de Rijksgebouwendienst, die
zorgde voor het grondwerk en de technische
installatie. Met het opstellen van de eerste twee
barakkenkampen in Hansweert werd op 13 april
begonnen.
Hoewel Schouwen-Duiveland nog vrijwel geheel
onderwater stond, had de Rijksgebouwendienst
een droog stuk land kunnen vinden in de
Zeikepolder, destijds eigendom van de familie
Koopman - Barendregt. De opbouw van de barak
ken kon hier op 5 mei starten. Wij vrijwilligers slie
pen de eerste nacht op de grond in het Zierikzeese
hotel Concordia; daarna kregen we veldbedden in
de school in de Nieuwe Boogerdstraat. Kort daar
na verhuisden we naar het gerieflijke ziekenhuisje
van Noordgouwe.
In de Zelkepolder werden acht barakken gebouwd:
vijf slaapbarakken, een keukenbarak, een grote
kantinebarak en een 'combi-barak'. De grote
kantinebarak werd 'De Koebel' genoemd.
Een van de andere barakken werd toegewezen
aan de IVH, die intussen was begonnen met hulp
bij het schoonmaken van huizen.
Het hoofd van de huishouding van de IVH, de
Zwitserse Anni Saurer, maakte gordijntjes in de
IVH-barak, die ze versierde met aardappelstem
peldruk in herhaling met een hele band alsmaar
"oh la la, oh la la". Dat waren namelijk de woor
den die de Japanse vrijwilliger Seiji Maie voortdu
rend gebruikte omdat zijn Engels, en zeker zijn
Frans, niet zo best waren.
In juni waren de barakken in de Zeikepolder klaar
en toen heeft Karl Ketterer een bordje aan de
ingangspoort bevestigd met een tekst die aangaf
dat de barakken geschonken waren door het
Zwitserse Rode Kruis en opgebouwd waren door
vrijwilligers van de SCI.
Het schoonmaakwerk ging, met name in Zierikzee
en Kerkwerve, nog lange tijd door. De bewoners
toonden hun dankbaarheid in december 1953
met kerstversieringen en veel goede gaven. Vooral
het typische Hollandse 5 decemberfeest met een
sinterklaas (ingenieur Lou Eelkema, hoofd herver
kaveling Schouwen-Duiveland), die voor iedere
vrijwilliger een persoonlijk woord en cadeautje
had, maakte veel indruk.
In het voorjaar van 1954 kreeg de IVH een nieuw
gebouwde barak in de Zelkepolder toegewezen.
Deze barak was al in maart 1953 via de intendant
van prinses Wilhelmina op Het Loo beschikbaar
gesteld, maar pas nu was er gelegenheid voor
transport en bouw. Vanzelfsprekend werd het de
Wilhelmina-barak genoemd.
Aan het eind van de zomer van 1954 was het
schoonmaakwerk klaar. De huizen maar ook land
bouwwerktuigen en begraafplaatsen waren gerei
nigd. De periode van werkzaamheden van de
medewerkers op het IVH-kamp in de Zelkepolder
werd officieel met een receptie op het Zierikzeese
stadhuis afgesloten. Wat er sedertdien met de
barakken gebeurd is, onttrekt zich aan onze waar
neming. Wel weten we dat De Koebel ooit ver
plaatst is naar de Zandweg in Burgh-Haamstede,
en daar nu dienst doet als groepsaccommodatie.
Het gebouw heeft inmiddels gemetselde muren
gekregen, maar draagt nog steeds de door ons
gegeven naam.
Toen wij in 1993 nog eens op zoek gingen naar
de barakken in Hansweert en Zierikzee, bleken die
in Hansweert geheel verdwenen te zijn en die in
Zierikzee waren deel geworden van een camping.
De eigenaar vertelde dat hij het kamp van de Rijks
gebouwendienst had gekocht en dat hij daarom
het bordje over een schenking maar had verwijderd.
14