SILHOUETTEN ALS KINDERBOEKILLUSTRATIE In ons moderne tijdperk met fotografie, film en digitale mogelijkheden, is de serieuze beoefening van de silhouetkunst zo goed als geschiedenis. Silhouetten of schaduwbeelden werden geknipt, geschilderd of getekend. De aanduiding 'silhouet' werd afgeleid van de familienaam van de Franse bankier en minister van financiën Etienne de Silhouette (1709-1767). Beoefening van de silhouetkunst In de achttiende eeuw werd het wetenschappelijk verantwoord gevonden, bijzonderheden over een persoon af te leiden uit diens gelaat. De leer van het gelaat als spiegel van de inborst noemde men "physionomie" (fysionomie). Het op papier ver eeuwigde silhouet (en profil) speelde hierin een belangrijke rol. Van de Zwitserse wijsgeer en pre dikant Johann Kaspar Lavater (1741-1801) was over de fysionomie aan het begin van de jaren zeventig van genoemde eeuw in Leipzig het korte tijd later in het Nederlands vertaalde werk Von der physiognomik verschenen. Ook dichter en geleerde Johann Wolfgang Goethe (1749-1832), een groot bewonderaar van Lavater en een enthousiast silhouetknipper en -tekenaar, heeft veel belang stelling voor deze leer getoond. De silhouetkunst is in West-Europa in de tweede helft van de achttiende eeuw ontstaan, als gevolg van de classisistische behoefte aan vereenvoudi ging van lijnen en vormen. Evenals de beoefening van het schimmenspel was toen het maken van een silhouet een geliefde bezigheid binnenshuis. Prinses Elisabeth, dochter van de Engelse koning George III, was beroemd om haar met vaardige hand geknipte afbeeldingen van dieren. De familie Bach, waaruit tientallen componisten en musici zijn voortgekomen, liet in de achttiende eeuw een boek met schaduwportretten van haar leden maken. In de achttiende eeuw was het schaduwportret voor velen een betrekkelijk goed koop alternatief voor het olieverf- of pastelportret, geknipt dan wel geschilderd. Begonnen met de vervaardiging van een eenvou dig portret in de achttiende eeuw werd in de daaropvolgende eeuw het maken van silhouetten een veel beoefend tijdverdrijf in de Nederlandse huiskamer. Vooral in de biedermeierperiode (1820-1850) was het silhouetknippen een im mens populair tijdverdrijf. Er waren in die dagen veel minder soorten van vertier dan nu. Vermaak werd gezocht in onder meer voorlezen en voor dracht, musiceren, schilderen en tekenen, en tui nieren. De dames konden zich eveneens uitleven in borduurwerk en het opmaken van hoeden. Natuurlijk was beoefening van liefhebberijen met name weggelegd voor de gegoede standen die over tijd en middelen beschikten; de minder bedeelden ontbrak het meestal aan deze 'luxe'. Gedurende de tweede helft van de negentiende eeuw zakte de interesse voor het silhouet in. Silhouet van een jeugdige Fritz von Stein bezig met het schimmenspel (levensgroot silhouet toegeschreven aan Goethe; uit: 'Schattenrisse', München 1977) 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2005 | | pagina 7