PRAET EEN GESPREK MET PETER VLEUGEL, DIE OP 1 5 APRIL 2005 AFSCHEID NAM ALS BESTUURSLID Peter Vleugel, wil je iets over jezelf vertellen? 'Ik ben op 8 november 1952 geboren in Goes. Als zoon van een bakker. Met de watersnoodramp van '53 was ik een baby. Het verhaal doet bij ons in de familie de ronde, dat ik de dag na de ramp mijn speen kapot gebeten had. Mijn vader werd er even op uit gestuurd om een nieuwe te halen. Net op het moment dat hij weg was kwamen er mensen bij ons aan de deur. Ze kwamen namens de gemeente, om hem een opdracht te geven. Hij moest onmiddellijk zo veel brood bakken als hij maar kon. Het brood was voor de overlevenden en de hulpverleners van de ramp. Dat is echt zo'n verhaal, dat elke keer opnieuw verteld wordt. In mijn jeugd bezocht ik het Christelijk Lyceum in Goes en vervolgens Christelijke Pedagogische Academie. In 1976 ging ik op de toenmalige LTS in Zierikzee lesgeven. In de vakken geschiedenis, rekenen en aardrijkskunde. Vervolgens ben ik op Schouwen-Duiveland komen wonen. Ik werk nu nog steeds in het onderwijs, maar nu aan het Albedacollege in Rotterdam, bij het 'tweede kans' onderwijs, dat wil zeggen, HAVO en VWO voor volwassenen. Ik volgde de lerarenopleiding aan de Nutsacademie in Rotterdam en behaalde vervolgens mijn doctoraal geschiedenis en maatschappijleer'. Ik ben getrouwd met Marjolein Mandemaker, dochter van 'meester' Mandemaker uit Zonnemaire. We hebben twee kinderen. Patricia, geboren in 1982 en Ferdinand uit 1985.' Je hebt op 15 april afscheid genomen als bestuurslid. Waarom? 'Ik heb nu het gevoel, dat ik eens iets anders wil. Vijftien jaar lid van een bestuur vind ik eigenlijk al heel lang. Ik heb een drukke baan als docent en ik wil van nu af aan de weekenden zo veel mogelijk vrij maken voor mijn gezin. De kinderen studeren weliswaar en een van de twee woont elders, maar ze zijn toch de weekenden thuis. We willen er voor hen zijn, als ze met hun verhalen thuiskomen. Ik was op den duur geen avond meer thuis, van wege allerlei bestuursfuncties. Ik heb even de rem erop getrokken. Op een gegeven moment vraag je je af, waar je mee bezig bent. Je holt van de ene vergadering naar de andere. Bovendien gaatje leef tijd ook een woordje meespreken.' Hoe ben je bij de vereniging gekomen? 'In 1988 heb ik me opgegeven voor de Commissie Kleine Monumenten en ben daar meteen voorzitter van geworden. Die commissie was destijds ziel togend. Jan Verduijn den Boer, Johan van Sloten en ik hebben de zaak toen nieuw leven ingeblazen. We gingen op locatie fotograferen. We inventari seerden wat er in de verschillende kernen te vinden was, aan kleine monumenten. Er waren in die tijd veel verbouwingen op het eiland en daardoor ver dwenen er dingen geruisloos en er werd veel ge sloopt. We hebben heel veel gedocumenteerd. We hebben foto's gemaakt van muurankers, stoep hekken, bovenlichten met versieringen, pompen en gevelstenen. Het moesten bouwsels en versie ringen van voor 1953 zijn. We maakten eerst een foto van het gebouw en vervolgens van allerlei details. Op woensdag- en zaterdagmiddag gingen we 'de boer op'. In het buitengebied en in de kernen. Vervolgens hebben we de gegevens in boek vorm verzameld. We vonden materiaal in Bruinisse, Oosterland, Nieuwerkerk, Ouwerkerk, Brouwers haven en Dreischor. Met Zierikzee zijn we nog bezig. Vanaf 2002 hebben we onze activiteiten op een laag pitje gezet. In verband met de hoge leeftijd van de commissieleden en mijn drukke werkzaamheden.' Wanneer ben je in het bestuur gekomen? 'In 1989 werd ik door, de toenmalige voorzitter, J. de Kam gevraagd om zitting te nemen in de jubi leumcommissie, vanwege het vijftig-jarig bestaan. We zijn daarmee toen heel actief aan de slag gegaan. Iedere week plaatsten we een fotopuzzel in de Zierikzeesche Nieuwsbode. Verder hadden we ook een reizende tentoonstelling in elkaar gezet. Die werd telkens een maandlang ergens op het eiland opgezet. Van Bruinisse tot Burgh. We mochten grote panelen en vitrines lenen van het Zeeuws Museum. Daardoor zag het geheel er meteen al heel professioneel uit. Op de panelen waren foto's te zien van de kleine monumenten 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2005 | | pagina 16