beeld even voor de vergadering een glas water
gereed, wat ik al een jaar lang doe, dan verkiest de
burgemeester het tegenwoordig niet te drinken
omdat, zegt hij, het wel kan staan van gisteren; zet
ik geen water gereed, dan geeft de burgemeester
mijn man den volgenden morgen een standje en
zegt: uw vrouw moet water gereed zetten, daar
krijgt zij haar centen voor".6
De burgemeester deed de brief van Kuzee's vrouw
af als een "leugenachtig schrijven" en wenste er niet
al te veel woorden aan vuil te maken. "Het speet
hem", zo schreef hij, "dat een beëdigd ambtenaar
zich nog in te laten heeft met het leugenachtig
geschrijf eener niet beëdigde vrouw". Wat ze over
de processen-verbaal beweerde, was zijns inziens
klinkklare onzin. De meeste stuurde de burge
meester wel degelijk op. Kleine overtredingen zag
hij echter liever niet geverbaliseerd. "Ik laat die
overtreder bij me komen, geef ze eene berisping,
doe ze beterschap beloven en daarmede is de
zaak afgeloopen. Deze wijze van behandeling op
een dorpje als Ouwerkerk komt mij voor de beste
te zijn om verbittering te voorkomen!"
Reactie van de commissaris van de koningin
De commissaris van de koningin had evenwel zo
zijn twijfels over de houding van de burgemeester
en vroeg diens houding ten opzichte van de veld
wachter wel altijd de juiste was. De burgemeester,
ongetwijfeld verbitterd over het uitblijven van steun
van zijn meerdere, reageerde furieus. Hoe kon de
commissaris hem in de steek laten, na alles wat hij
voor de gemeente in het verleden had gedaan?
Was hij niet degene geweest die uit eigen zak de
kosten van een nieuwe riolering in Ouwerkerk had
betaald? En wat te denken van de kostbare restau
ratie van het kerkgebouw en de toren, die zonder
zijn financiële steun nooit zou zijn gerealiseerd?
Als de provinciale autoriteiten geen actie tegen de
veldwachter wilden nemen, zou de burgemeester
het zelf wel doen! En dit was geen grootspraak.
Onmiddellijk nadat hij zijn brief aan de commissaris
had geschreven, kreeg de veldwachter van de burge
meester te horen dat hij met ingang van het nieuwe
jaar naar een nieuwe woning moest uitzien. Van in
timidatie was volgens de burgemeester geen sprake;
als huiseigenaar had hij immers het volste recht om
op ieder gewenst moment de huur op te zeggen.'
c? -z-z J i
t-7-zy
Zi-rz-
f7 X
■w
t j yy'Y
J XV,
d-jZAYy sYy, 9? Jyr.-7-z-ey.
- /i-r-
f
X<^»X
£-7 Z y
Passage uit de brief van de echtgenote van veldwachter Kuzee (Zeeuws Archief)