DE BOND VOOR STAATSPENSIONERING
erken OP SCHOUWEN-DUIVELAND
'an Zwemer
arsvergar
mstede.De Bond voor staatspensionering werd in sep
tember 1900 te Arnhem gesticht als niet aan een
politieke partij gebonden pressiegroep om het
algemeen ouderdomspensioen, bekostigd uit
rijksmiddelen, ingevoerd te krijgen. Aanvankelijk
wilde de Bond dit pensioen invoeren voor
Nederlanders van 60 jaar en ouder, mede als 'cor
rectief voor te weinig ontvangen loon voor gele-
verden arbeid (en) voor onrechtvaardige verdee
ling van geproduceerde rijkdom'. De Bond lijkt dus
in een socialistisch, althans sterk maatschappijkri-
'ge voor-tisch vaarwater te hebben gezeten. Vanaf ca.
bast omi909 werden deze geluiden minder gehoord en
ck. Endeneigde men naar een hogere pensioenleeftijd, bij-
rijff pon-voorbeeld 70 jaar, voor Nederlanders die geen
alf ponósndere inkomsten hadden. Daarmee zouden de
meer te kosten flink verminderen. Het meer progressieve
deel van de liberalen omarmde vervolgens de
Bond, die ook de steun genoot van het Algemeen
I dat hij Nederlands Werkliedenverbond.1
gen van In 1901 telde de Bond voor Staatspensionering 20
om hun afdelingen en 1.700 leden, begin 1909 237 en
cht ver-23.744 leden, in 1911 400 en 44.800 leden. In dat
is geval- laatste jaar waren daarnaast nog ruim honderd
bonden en verenigingen bij de Bond aangesloten,
zoals kiesverenigingen, kerkelijke gemeenten,
departementen van de Maatschappij tot Nut van
jrprech- 't Algemeen, werkliedenverenigingen (onderlinge
)alg aan verzekeringen), zangverenigingen en afdelingen
noet hij van de Volksbond. Tezamen hadden die ook nog
betalen eens zo'n 32.000 leden. In 1912 waren er 430
uw). De afdelingen met 47.750 leden, plus nog 112 aange-
dat hij, sloten organisaties met zo'n 40.000 leden, in 1914
/orden. 460 afdelingen met 55.300 leden - het aantal aan
gesloten lichamen was hetzelfde als twee jaar
tevoren. De Bond had een eigen bondslied op de
melodie van het Wilhelmus.2
A. van Schouwen-Duiveland
a van in 1905 overwoog de Bond even om een propa
gandist onder de arbeidersbevolking van Zuid-
eiden. Nederland te benoemen - een teken dat onder dat
bevolkingssegment nog weinig leden waren. De
eerste kennismaking van zeeland met de Bond
voor Staatspensionering was een lezing in decem
ber 1902, toen een hoofdbestuurslid op uitnodi
ging van de afdeling Vlissingen van de Nationale
Bond van Handels- en Kantoorbedienden in deze
fabrieks- en havenstad kwam spreken. Het had
weinig opgeleverd omdat er amper arbeiders de
lezing bijwoonden. In 1906 en 1907 ontstonden
vervolgens afdelingen, met 60 respectievelijk
70 leden, in het industriële Sas van Gent en het
agrarische iJzendijke in Zeeuws-Vlaanderen. Te
Sas van Gent werd het bestuur gevormd door een
schoolhoofd, een middenstander en enige kan
toormensen, terwijl het voorlopig bestuur te
iJzendijke bestond uit de burgemeester, de domi
nee en de PTT-directeur. In of kort voor 1910 ont
stonden nog afdelingen in de twee grootste plaat
sen van zuid-Beveland: Goes en Yerseke. Later
volgden de landbouwgemeenten 's Heer Arends-
kerke en Wolphaartsdijk. Ook Wissenkerke op
Noord-Beveland had een actieve afdeling.3
Op het sterk liberaal georiënteerde eiland
Schouwen-Duiveland werd de Bond voor
Staatspensionering echter in de eerste helft van
de jaren 1910 een belangrijke semi-politieke
beweging. Net als acht andere regio's in
Nederland had Schouwen-Duiveland een Fede
ratie, een regionale afdeling van de Bond, die
manifestaties organiseerde zoals een optocht
"met muziek"en banieren" door zierikzee - die
werd gehouden op tweede pinksterdag 1910, met
medewerking van muziekgezelschappen uit
Renesse, Nieuwerkerk en Oosterland. In de
optocht liepen de afdelingen van tien plaatsen op
het eiland mee. In het najaar van dat jaar telde de
Federatie Schouwen-Duiveland van de Bond
1.262 leden, verdeeld over 15 afdelingen - zie de
tabel. Later dat jaar werden nog twee afdelingen
opgericht. Alleen in het voornamelijk gerefor
meerde Eikerzee en Duivendijke was geen afde
ling. Ouwerkerk en Dreischor hadden, gerekend
naar de bevolkingsomvang, de meeste leden."
De Bond voor Staatspensionering hield zijn leden
warm en probeerde nieuwe leden te werven door
middel van avonden met toneel of met sprekers
over pensioenstelsels - uiteraard mét kritische
beschouwingen over de concurrerende plannen
van ARP-minister Talma (1909-1913) voor ver
plichte verzekering van arbeiders tegen de gelde-
3