DE REORGANISATIE VAN DE ZLM
(1916-1918) OP SCHOUWEN-DUIVELAND
Jan Zwemer
De reorganisatie van de Zeeuwsche Landbouw
Maatschappij die in 1918 tot stand kwam, was
een omslagpunt in de geschiedenis van de ZLM.
De Maatschappij werd gedemocratiseerd en nam
een groot deel van de bestaande onafhankelijke
landbouw/verenigingen - coöperatieve aankoop
verenigingen die per dorp georganiseerd waren -
in zich op. Op Schouwen-Duiveland stuitte de
reorganisatie op weinig tegenstand en verliep zij
vlot en voorspoedig. In het vroege voorjaar van
1918 kreeg de aansluiting van de dorpsverenigin
gen van het eiland haar beslag. Op dat moment
waren in bijvoorbeeld Zeeuws-Vlaanderen nog
helemaal geen verenigingen toegetreden.
De reorganisatie van de in 1843 opgerichte ZLM
had niet alleen te maken met de omstandigheden
van de Eerste Wereldoorlog zoals de distributiere
gelingen van de rijksoverheid die het takenpakket
van de Maatschappij sterk hadden vergroot. Op
13 oktober 1915 was de secretaris van de ZLM,
G.A. Vorsterman van Oyen, plotseling overleden.
Hij had altijd veel werk verzet tegen een beschei
den beloning. Ook omdat de correspondentie die
de ZLM had te voeren sterk was toegenomen,
werd in maart 1916 een bekwame secretaris-pen
ningmeester benoemd, Tj.B.E. Kielstra, die goed
betaald moest worden en mede om die reden
werd eind 1915 besloten de contributie voor de
ZLM te verhogen. Verder nam de rol van de ZLM
als bemiddelaar tussen de regering en de land
bouwers in Zeeland in de oorlogsjaren zodanig
toe, dat het nodig werd een kantoorpand in
gebruik te nemen. Dat werd in juli 1917 gekocht
en kostte circa f 20.000,-. De noodzaak om de
leden meer contributie te laten opbrengen was
echter maar een bijkomende reden voor de
democratisering van de ZLM. De organisatie had
genoeg leden die in staat waren om een en ander
te bekostigen.1
De werkelijke reden voor de reorganisatie was de
kloof die er bestond tussen de Maatschappij en
de massa van de Zeeuwse landbouwers. Aan het
begin van de twintigste eeuw bestond het leden
bestand van de ZLM voor ongeveer driekwart uit
landbouwers en de overigen waren grootgrond
bezitters en intellectuelen die de Zeeuwse land
bouw een goed hart toedroegen. De provincie
telde in 1904 ruim 7.000 boerenbedrijven en in
1910 meer dan 9.000. Daarvan was maar een
kwart tot een derde lid van de ZLM - zie tabel 1.
G.A. Vorsterman van Oyen (1836-1915) was vanaf
1909 secretaris van de Zeeuwsche Landbouw
Maatschappij. Foto collectie Gemeente-archief
Schouwen-Duiveland, nr. 0638.
De confessionele boerenbonden waren nog maar
in opkomst: alleen de katholieke boerenbonden
hadden aanhang in Zeeland, voornamelijk in
Zeeuws-Vlaanderen. Een Zeeuwse afdeling van de
protestants-christelijke CBTB ontstond pas in
februari 1918. Tot dat tijdstip was de ZLM dus op
de Zeeuwse eilanden de aangewezen vereniging
voor landbouwers die zich wilden organiseren.
Dat was de reden waarom de ZLM in de oorlogs
jaren de uitvoering van allerlei regeringstaken
toegewezen kreeg2.
19