boomgaapden bloembollen tu/nbouuj 24 Voor Haamstede zien we zo het elzenhout afnemen van 287 ha in 1899 tot 247 ha in 1914. Het bleef een belangrijke brandstof. Fruitbomen waren er uiteraard altijd al dicht bij de boerderij, doch in 1875 wordt voor het eerst voor Haamstede 1 ha boomgaard opgegeven. In 1885 zijn het 6 ha. Na 1916 komt er een nog betere bemaling en kunnen door daling van het grondwater nog meer gronden geschikt worden gemaakt voor boom gaard. Wisselende grondwaterstanden zoals in de duinpolder zijn on gunstig. De humusrijkdom wordt gunstig genoemd voor de fruitaanplant, ter wijl ook de lucht- en waterhuishouding er beter door is. De eerste jaren verbouwt men peulvruchten en aardappelen tussen de bomen. Nieuw is ook de bloembollenteelt. In het verslag van Haamstede voor 1900 staat: "Dit najaar is voor 't eerst de bovengemelde opp. (75 are) met bloembollen bepoot" en "Bij wijze van proef is toen door een 16 tal personen voor ongeveer f 2500, -- aan tulpen en narcissenbollen aangekocht" In 1905 is het 12 ha, in 1910 20 ha en in 1915 35 ha. Na 1930 zijn veel bloembollenpercelen veranderd in boomgaard. De tuinbouw zal zich vooral uitbreiden met de komst van de tram die verbinding geeft met een groter afzetgebied. In 1877 werd voor Re- nesse voor het eerst de teelt van lupine genoemd. Ook over de reeds besproken ontginningen in de duinweilanden (Dp) treffen we in de verslagen interessante mededelingen aan. "Eenige ontginningen in het klein van duingronden leverden weinig be vredigende uitkomsten op" (1866, Renesse) "Het omploegen en bezaaijen der hooge zandgronden, bekend onder den naam van duingronden is de laatste jaren zeer toegenomen" "Bij goede behandeling en ruime bemesting schijnt die onderneming niet onvoordelig te zijn" (1871, Renesse) "Eene kleine oppervlakte duingrond is weder in 1877 gescheurd" (Haam stede Als mest gebruikte men stalmest. Een voer stalmest 's zomers ging ook het stuiven tegen. In 1876 wordt in Renesse ook geschreven van

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1977 | | pagina 26