zout water met daarop een (lichtere) laag zoet wa
ter zou ontstaan. In de diepe delen van het meer,
dieper dan 10 meter, was het optreden van ge
laagdheid echter niet te voorkomen. Door de ge
laagdheid ontstond hier op de bodem al snel een
gebrek aan zuurstof, waardoor de meeste bodem-
dieren niet konden overleven.
De snel afnemende zoutconcentratie had tot ge
volg dat zoutwatersoorten verdwenen. Het tempo
waarin dit gebeurde, verschilde per soort. De
meeste soorten waren binnen een jaar verdwenen.
Terwijl zoutwatersoorten verdwenen, koloni
seerden zoetwatersoorten het meer. De snelheid
waarmee nieuwe soorten het gebied koloniseerden,
liep eveneens sterk uiteen. Aanvankelijk waren dit
vooral soorten die goed bestand zijn tegen zout,
zich snel voortplanten en zich goed kunnen ver
spreiden. Hierbij speelde het seizoen waarin de
verzoeting plaatsvond een belangrijke rol. De
grootste verspreiding van waterorganismen vindt
namelijk plaats in de voortplantingstijd; de zo
mer. De periode waarin het Volkerak-Zoommeer
verzoette (mei-augustus) was daarom gunstig voor
een snelle kolonisatie.
De verandering in de samenstelling van de bo
demfauna wordt geïllustreerd door figuur 1. In de
ze figuur staat voor een periode van vier jaar na
de afsluiting het aantal soorten dat in het meer is
aangetroffen ingedeeld naar zout- en zoetwater
soorten. Opvallend is de snelheid waarmee de bo-
Zout
aantal soorten
Zoet
Onbekend
MJSNJMMJSNJMMJSNJMMJS
1987 1988 I 1989 I 1990
Figuur 1. Veranderingen in de samenstelling van bodem
fauna sinds de afsluiting van het Volkerak-Zoommeer.
demfauna veranderde. In oktober 1990 werden
nog maar nog enkele zoutwaterorganismen aange
troffen.
De belangrijkste groepen ongewervelden
in het Volkerak-Zoommeer
Wat voor ongewervelde dieren zitten nu in het
Volkerak-Zoommeer? In de bodem kun je larven
van vedermuggen, schelpdieren en borstelwormen
vinden. De vrij-zwemmende dieren bestaan voor
namelijk uit watervlooien en grotere schaaldieren.
Al kort na de afsluiting stierven de meeste bodemdieren van het voormalig getijdengebied: of door permanent droog
vallen, of door de snelle verzoeting. Tekening: Kees de Kraker.
Het bodemleven van slikken en platen. Van links naar rechts (telkens 5 ex./soort): Nonnetje (Macoma balthi-
ca), Kokkel Cardium edule), Strandgaper (Mya arenaria), Slijkgarnaal (Corophium volutator), Wapenworm
(Heteromastus filiformis) en Zeepier (Arenicola marina).