Rie maer op de torens 6 M. P. DE BRUIN De krant heeft de bedoeling van de titel van de lezing al verklapt. Wanneer je na de inundatie van Walcheren 1944/45 als verdoolde stedeling bij een boer aankwam en wegens het verloren gaan van allerlei aanduidingen de weg kwijt was, kreeg je het eenvoudige advies: ,,Rie maer op de torens". Maar altijd weer zag je die oude kerktoren, de Lange Jan, toen nog in de steigers, waarvan Nescio heeft gezegd: De spil van Walcheren, het hart dier wereld. U kunt het lezen in het charmante werkje van mijn overleden vriend De Bree, Leer mij ze kennen de Zeeuwen. Rie maer op de torens, in ons schoon dialect. Het beeldende dialect. Kijk maar eens naar de woorden die met kerk verbonden zijn in het Zeeuws Woordenboek. Weet u wat een kerkjoengen is, een collectant. Het woord kerkewachter voor onderkoster hoor je niet meer, het kerkepad vind je nog in veel gemeenten. Maar dan krijg je ook de ironie. Toren en kerken: ze horen bij elkaar. Met de groote kerk werd de Ned. Herv. Kerk bedoeld, of, ouderwets de Nederduits Hervormde kerk. Zij was in veel gevallen het hart van het dorp, maar de naam groot betekent ook een aanduiding voor de kerkgeschiedenis. U weet het, met de komst van de reformatie verdween de katholieke eredienst in Zeeland, behalve in de schuilkerken in enkele kernen op Zuid-Beveland, maar daar komen we nog op terug. Met de katholieke eredienst komen we aan het begin van de christianisering in Zeeland. In 690 komt Willebrord vanuit Engeland via het eiland Wulpen naar Walcheren. Hij vindt daar in de buurt van Domburg nog een heiligdom. Daar gebeurt een wonder. Wanneer we Walcheren noemen, moet u niet denken aan het tegenwoordige Walcheren en ik mag daarbij een beroep doen op uw verbeeldingskracht. Nehalennia, bewoning alleen mogelijk in het duingebied transgressies en regressies de verbreiding van het christendom de bodem omkering van het reliëf. Het is voor een historicus gevaarlijk te spreken over belangrijke en minder belangrijke perioden in de geschiedenis, evenals in het verloop van een mensenleven. Wat onbelangrijk schijnt, is later van groot gewicht. Bevolkingsexplosie In de 12e en 13e eeuw had in westelijk Europa een bevolkingsexplosie plaats. In Zeeland zien wij het ene kerkdorp (parochie), na het andere, verschijnen. Men kon zich gedeeltelijk veilig wanen achter de dijken die men in de loop van de 11 e en 12e eeuw had aangelegd. Over de plaats van de dorpen is wel wat te zeggen. De afstand tussen de dorpen op Walcheren is een uur gaans of ongeveer 5 km, over planologie gesproken. Probeer het maar Middelburg-Koudekerke 5 km, Aagtekerke-Oostkapelle 5 km, Aagtekerke-Serooskerke 5 km enz. Op Zuid-Beveland zal dit elkaar niet zoveel ontlopen: Nisse-'s-Heer Abtskerke 4 km, 's-Heer Abtskerke-'s-Gra venpolder eveneens 4 km enz. Maar het is hier ook de bodemgesteldheid die de ligging bepaalt. U kunt dit terugvinden in het machtige werk van Dekker. Sommige dorpen in De Poel konden niet uitgroeien zoals Sinoutskerke en Baarsdorp. Het is dan ook niet zo toevallig dat dan de kerken verdwijnen. In die twaalfde eeuw komen er zeer bloeiende kloosterorden, de Norbertijnen en Cisterciëncers bijvoorbeeld. De Norbertijnen stichten de abdij te Middelburg. De Cisterciëncers brengen naast hun taak ten opzichte van de devotie nieuwe landbouwmethoden en doen aan landaanwinning. De uithoven bij Krabbendijke en niet te vergeten hun werk bij Kloosterzande en het aardige kerkje daar, getuigen van hun energie. De bloeiperiode van de katholieke kerk gaat verdwijnen in de 15e en 16e eeuw. Wat de kerken betreft: er worden dan nog steeds kerken gebouwd, uitgebreid zoals die van Brouwershaven bijvoorbeeld, een driehallenkerk naar Vlaams voorbeeld. Vlaanderen Misschien is het wat teveel gezegd, maar een groot deel van onze cultuur komt uit

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1977 | | pagina 6