18
Travee onder de toren van de noordelijke zijbeuk (detailsamengestelde pijler met punt
bogige ascade)
Tweedeen derde vrijstaande ronde pijler bij de noordelijke zijbeuk (kolommen en hun
ascaden)
door middel van een ziende bekapping.
De meeste vroeggotische kerken uit de
eerste helft van de XI lie eeuw hebben hun
stenen overwelving pas in een later sta
dium gekregen. In deSint-Bavokerkte
Aardenburg is alleen de travee van de
noordelijke zijbeuk onder de toren met
steen overwelfd. Nochtans bestaan er en
kele aanwijzingen vooreen aanvankelijk
geplande overwelving van de zijbeuken,
met name een paar ronde basementen
naast twee van de pilasters die de dwars-
muurtjes op gordel bogen bij de zuidelijke
zijbeuk dragen, en in dezelfde zijbeuk, in
de zuidoosthoek van de vierde travee,
sporen boven de hoekpilaster die als ge-
welfaanzetten zouden kunnen worden
geïnterpreteerd.
Wat de midden beuk en het dwarsschip
betreft istijdens de restauratie een hou
ten zoldering aangebracht in plaats van
de vroegereziende bekapping. Wat nu de
oorspronkelijke XIlie eeuwse vorm van
overwelving betreft menen wij dat het be
staan van een vroeger halfcirkelvormig
houten tongewelf minder waarschijnlijk
is: indien deze vorm - of een gebeurlijk
puntbogig welfprofiel - beter met het oor-
spronkelijkgeveldrielichtzou hebben ge
harmonieerd zou dit betekenen dat de ge
welf aanzet zich juist boven hettriforium
bevond, waaruit volgt dat de bovenlich
ten nutteloos zouden geworden zijn. De
enige mogelijke plaats voorde aanzet van
een dergelijkgewelfsitueertzich boven
de bovenlichtzone: in dit geval zouden de
ruimtelijke proporties wel aanzienlijk an
ders zijn geweest dan wij die nu kennen
en zou hettongewelf naar analogie met
-M-g
Dwarsdoorsnede over de middenbeuk van de Sint-Bavokerk te Aardenburg(Archief Zeeuwsch Genootschap 1971afb. 1
A. te lage aanzet van een houten tongewelf B. sterke proportiewijziging van de binnenruimte bij
aanzet van een tongewelf boven de bovenlichtzone