18
werden ontdaan van het cement dat ze
bedekte en weer in baksteen in de oude
vorm teruggebracht, van boven afgedekt
door zandsteen.
Ook bij de deuropening in de Noordgevel
plaatste Cuypers een vraagteken, wellicht
omdat de vormgeving hem niet aanstond.
Het is ook mogelijk dat hij het niet eens
was met het feit dat er aan die zijde van
het kerkgebouw twee deuren waren
gedacht. Zo te zien was er in 1757 ook
maar één ingang in de Noordgevel aan
de Groenmarkt, die in 1852 wellicht is
gedicht als wij afgaan op een opmetings-
tekening in 1878. Uit een foto uit onge
veer 1880 blijkt er toch weer een uitgang
te bestaan, dezelfde als in 1757 en zelfs
twee deuren in 1895 zoals een afbeelding
uit dat jaar laat zien 24). Uiteindelijk lever
de de verbouwing Frederiks-Cuypers één
deur op, op de oude plaats van 1757.
De Westgevel zou twee poortdeuren krij
gen, waarvan de Noordelijke in de plaats
zou komen van de entree met de 17de
eeuwse poort op Tuyters tekening. De
andere zou een pseudo-ingang zijn,
eveneens met een korfboogomlijsting. Er
werd in het ontwerp dus niet gedacht aan
herbouw van de 17de eeuwse poort en
ook niet aan een tweetal toegangen om
via de Westgevel het kerkgebouw te
betreden. Er kwamen twee tochtpo.rtalen
bij de uitgavenposten voor. Dit wijst erop
dat wel twee ingangen zijn gemaakt.
Nog een klein verschil tussen het ontwerp
en de uitvoering laat de omlijsting van de
toegangen zien. Anders dan gepland is
niet de Zuidelijke, maar de Noordelijke
ingang versierd met een frontaalspits met
kruisbloem.
Wij kunnen concluderen dat bij de restau
ratie op vrijwel alle onderdelen van Frede-
riks' ontwerp is afgeweken, hetgeen ons
iets zegt over het gezag van Cuypers en
diens aandeel in de zaak 25). Het blijkt
ook dat Cuypers er geen behoefte aan
had in alle opzichten de tekening van
Tuyter te volgen, en dat hij geen bezwaar
had tegen het amoveren van een 17de
eeuwse ingangspoort ten behoeve van
een nieuw bedachte.
Met het eindresultaat, waar hij zelf dus
een belangrijk deel in had, was Cuypers
zeer tevreden. In 1906 schreef hij aan de
Minister "Nu dit gedeelte der herstelling
zo goed in het oude karakter zal slagen,
wordt daardoor niet alleen de ongunstige
toestand van die Westgevel veel verbe
terd, maar ook de aanblik van een der
schoonste pleintjes van Middelburg
geheel gezuiverd van wat in de XIXde
eeuw daar door onoordeelkundig werk
was bedorven. 'De Kunst aan de openba
re weg' zou hierdoor bijzonder gebaat
worden".
In 1912 berichtte hij dat de totale restau
ratie volkomen deugdelijk en in overeen
stemming met dé stijl van het monument
uitgevoerd was. Dat was kort voordat
Het interieur van de Nieuwe Kerk te Middelburg naar het Westen Tijdens de restauratie rond 1909 werd het praalgraf van de gebroeders Everlsen, dat zich sinds 1818 onder hel Zuide
lijk raam bevond, zolang onder het Noordelijk raam geplaatst. Alle vier ingangen in de Westgevel waren loen reeds dichtgezet. (Rijksdiensl voor de Monumentenzorg te Zeist, Fotocol
lectie Steenbergh.)