1 s
:l Ji _1
16
f-
"■-tm
".t-T
.V,.,./. „vA/U-s.'/.i.'/
J ■M.'r.A—
Pentekening van de toren waarop de aan te brengen veranderingen ten behoeve van de inrichting van een kustlicht zijn
aangegeven, 1815 (RAZ. Zei. III. II, 1331)
gen. De Staten van Zeeland besloten,
ondanks de hoge som geld, deze repara
tie aan te besteden. Vooral het dak van
het dwarsschip behoefde verbetering.
Het werd gedeeltelijk afgebroken en van
enige nieuwe eiken gebinten voorzien. De
kappen van de hallen werden tot aan de
oostgevel doorgetrokken. Tevens werd al
het metselwerk van de kerk en toren waar
nodig hersteld. De werkzaamheden ver
liepen echter met vlekkeloos. De timmer
man Jan Fransse had zijn werk niet
geheel volgens het bestek uitgevoerd
waardoor de metselaar Joos Piers niet in
staat was zijn aangenomen werk uit te
voeren. Uiteindelijk kwam alles goed,
maar de timmerman werd in zijn uitbeta
ling gekort. Tijdens de restauratie kwa
men nog verschillende andere manke
menten naar voren. Zo was het o.a. nodig
in de toren twee kruisbalken aan te bren
gen orn de toren te 'verstijven'. Na dit her
stel, gereed in 1615, heeft het kerkge
bouw bijna een eeuw de invloeden van
regen en storm doorstaan zonder al te
grote gebreken te vertonen. In 1702 stort
te de torenklok bij het luiden naar bene
den en was als gevolg daarvan in stuk
ken uiteengevallen Bij onderzoek bleek
de toren te zwak voor een dergelijke gro
te klok.
Deze was in 1609 op verzoek van West-
kapelle opgehangen daar de oude door
vele inwoners niet werd gehoord. Omdat
de kosten verbonden aan het herstel van
de toren te hoog waren, werd besloten
om de gebroken klok te Middelburg te
doen vergieten of in te ruilen voor een
lichtere.
Nu kon volstaan worden met alleen repa
ratie van de klokkestoel en de zolders
waar de klok door was gevallen.
Restauratie 1737
In de vergadering van de Gecommitteer
de Raden van 21 juni 1735 was een noti
tie behandeld van de Rentmeester van
de geestelijke goederen over Walcheren
en Noord-Beveland. John Louis Vereist,
met betrekking tot de zeer deplorabele
staat van de kerk van Westkapelle. Bij
regenachtig weer was nauwelijks een
droog plekje te vinden, bovendien dreig
den drie balken waarop een gedeelte van
de kap rustte naar beneden te komen.
Vanwege het aanstaande winterseizoen
verzocht Vereist daarom toestemming zo
snel mogelijk reparaties te mogen laten
uitvoeren om nog grotere schade te voor
komen. Herstel van de kerk had alleen zin
als de toren ook onder handen werd
genomen. Door vallende stenen van de
toren zouden er immers weer nieuwe
gaten in het dak worden geslagen. De
fabryck van 't land [architect van de pro
vincie], Mighiel Mighielsen, werd gelast
om zo snel mogelijk een bestek en ramin
gen van de kosten te maken. Reeds op
24 augustus berichtte hij, dat voor herstel
van de kerk 'onbequam om dienst daar in
te doen' £521 Vlaams en voor de toren
'die mede gans scandelick vervallen is'
£852 Vlaams nodig was. De Staten
schrokken van het bedrag dat met de
werkzaamheden gemoeid was en wilden
van Vereist opheldering hoe het kwam
dat niet eerder reparaties hadden plaats
gevonden. Helaas is het antwoord van
Vereist niet meer te vinden.
De bevolking van Westkapelle moest tot
14 mei 1736 wachten voor er weer nieu
we stappen werden ondernomen. Nog
maals werd Mighielsen naar Westkapelle
gestuurd om de kerk te inspecteren en
een bestek plus een kostenberaming te
maken. Hij stelde vast dat het met het
onderhoud zo slecht was gesteld dat de
goten vol vuiligheid lagen en er zelfs
hagen in groeiden. Het dak was inmid
dels nog veel slechter geworden. De bal
ken waarop de kap steunde waren bijna
weggerot. Zijns inziens zou het beter zijn
de kerk af te breken en in de stad een
nieuw gebouw op te trekken met een
lengte van 64 voet, een breedte van 36
voet en met een torentje voor de klok
Voor de bevolking zou een kerkgebouw
binnen de bebouwde kom veel gemakke
lijker zijn. De kosten zouden, bij gebruik
van materialen van de sloop van de kerk,
slechts £300 Vlaams hoger uitvallen dan
het herstel van de kerk en toren, nu
geraamd op £2422 Vlaams. De onder-