19
Raden beslisten dat daarom vier maal
opeenvolgend in de Middelburgsche-,
Amsterdamsche- en Rotterdamsche
Courant een advertentie zou worden
geplaatst met de volgende tekst: 'Alzo
dit zomer saisoen eenige hoognodige
reparatien aan de thoren der kerk te
Westkapelle, in deze eilande van Wal
cheren dienende ten grooten deele tot
een baken voor de uit zee komende
schepen, zullen gedaan, en ten dien ein
de een zware stelling daar aan moeten
geplaatst worden, waar door de uiterlijke
gedaante dier thoren, gedurende dien
tijd voor het gezicht der zeeluyden mer
kelijk zal veranderen: hebben Heere
Gecommitteerde Raden van de Edele
Mogende Heeren Staten van Zeeland
goedgevonden, alle kooplieden, schip
pers, lootsen, en alle andere die zelve
verder nog aangaan, bij dezen daarvan
te doen adverteren, op dat een iegelijk
zich van abuizen en schade hier door
anderzints te veroorzaken zouden kon-
nen wachten'. Bovendien zouden op de
hoogte worden gesteld de Heren
Gecommitteerde Raden van de Admirali
teit binnen Zeeland, de Bewindhebbers
van de Oost- en West Indische Compag-
nien van de Kamer Zeeland, directeuren
van de Middelburgsche Commercie
Compagnie, de conservator deputé van
de Schotse Stapel Court te Vere en de
belangrijkste comptoiren van kooplieden
binnen de provincie Zeeland opdat zij
nadere orders tot 'securiteit hunner navi
gatie' kunnen opstellen.
In 1817 wees de Staat der Nederlanden
de toren van Westkapelle aan om een
kustlicht op te bouwen. De toren, sinds
drie en halve eeuw bij dag een baken
voor zeevarenden, zou deze functie ook
bij nacht gaan vervullen. Daartoe begon
men met de reparatie van de toren. De
kap, reeds in 1802 gedeeltelijk gesloopt
voor de aanleg van een seintoestel,
werd geheel verwijderd. De bovenzijde
van de toren werd met een stevig
gemetseld verwulf afgesloten om de lan
taarn op te plaatsen. Van de klokketoren
werd een gedeelte afgeschoten en inge
richt als verblijf van de lichtwachters.
Het kustlicht bestond uit een zestienkan-
tige koepel met metalen geraamte die
aan de landzijde was afgesloten. Hierin
bevonden zich twee rijen van achtereen
volgens 8 en 7 Argandse lampen. Door
een systeem van parabolische reflectors
achter de lampen werd het licht in stra
lenbundels naar buiten gekaatst. De
lampen, die op olie brandden, werden
voor het eerst op 20 maart 1818 ontsto
ken.
De brand van 1831
In de nacht van 14 op 15 maart 1831 ont
stond er brand in de toren. Door de aan
wezigheid van grote hoeveelheden sper-
macetieolie was het onmogelijk de brand
te blussen. Weldra sloegen de vlammen,
aangewakkerd door een felle zuidwesten
wind, over naar het kerkgebouw dat in
twee uur tijds geheel in de as werd
gelegd. De lichtwachtersfamilie kon ter
nauwernood gered worden. Nadat de
brand bedwongen was, werd onmiddellijk
begonnen met het weer in werking stellen
van het kustlicht. Door de gemetselde
afsluiting van de toren was het mogelijk
reeds de volgende avond het kustlicht te
laten branden. Van Rijkswege werd de
toren hersteld. In 1852 werd de toren
voor ƒ12.500,- aan het Rijk overgedra
gen. Het vaste licht werd toen vervangen
door een draaiend licht met een lenzen
stelsel van Fresnel. Dit werd in 1907 ver
vangen door een electrisch licht
geplaatst in een circa 10 meter hoge
plaatijzeren koepel. De toren onderging
van 1924 tot 1934 een algehele restaura
tie.
Tot slot
De functie van 'baken in zee', in 1574 en
in 1737 de redding van het kerkgebouw,
werd haar in 1831 funest. De gemeente,
ruim 1700 zielen groot, was niet bij mach
te om de kerk, die gedurende bijna vier
eeuwen met veel kosten in stand was
gehouden, weer op te bouwen. Na de
brand kerkte men in een pakhuis van de
Ambachtsheer.
K. Roelse Lz., commies aan de Oostwate
ring, ontwierp een nieuwe kerk waarvan
de eerste steen door jhr. Willem Frederik
van Doorn, zoon van Hendrik Jacob van
Doorn, minister van Binnenlandse Zaken
en ambachtsheer van Westkapelle, op 4
april 1834 werd gelegd. Aannemer van
dit werk was de firma W. van Uye en
Zonen te Middelburg. Op 9 november
1834 kon de nieuwe kerk door ds. J.W.F.
Koningsfeld, predikant te Meliskerke, wor
den ingewijd. Aan de tot standkoming
van dit gebouw zal in het volgende bulle
tin aandacht worden geschonken.
Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschap
pen, 1993, p 113-157.
Rijksarchief Zeeland. Archief Hervormde gemeente Ie
Westkapelle,inv nr. 4
Rijksarchief Zeeland, Archief Staten van Zeeland, inv.
nrs. 480-483, 544-547, 577, 1358-1360 en 1362.
Rijksarchief Zeeland, Rekenkamer B, inv. nrs. 24332A,
24362, 24922, 24932
Literatuur en bronnen
K. Baart, Westkapelle, hare bevolking, Westkapelsche
dijk. Geschiedkundig en karakteriserend beschreven.
Middelburg, 1889
C. Dekker, Zuid-Beveland. De historische geografie en
de instellingen van een Zeeuws eiland in de middeleeu
wen. Assen, 1971
L. Crommelin en H. van Suchtelen, Nederlandse vuurto
rens Nieuwkoop, 1978.
P. A. Henderikx, Walcheren van de 6e tot de 12e eeuw.
Nederzettingsgeschiedenis in fragmenten. Archief