|k it
4
,-. j; c c vaZH3
-fy--:i -i-:J - Hr-^> fso~^te
h
Plattegrond van de Nieuwe Kerk te Middelburg in 1757 Hel Brandspunmeestersbocht in de linkerbovenhoek. (RAZ, Zei
III. II 545)
tegen de binnenmuur van de voorgevel
van de Nieuwe Kerk geplaatst, circa drie
meter hoger dan de kerkvloer. Het
bestond uit twee rijen banken. De achter
ste rij. tegen de muur, was bestemd voor
bestuur en brandmeesters, terwijl de voor
ste rij als zitplaats voor de onderbrand-
meesters diende. In deze bank zat de
bode het dichtst bij de trap, waarmee de
loge was te bereiken. In geval van brand
in de stad tijdens een kerkdienst had de
"stokman" (de onderkoster) van de Nieuwe
Kerk tot taak de brandmeesters zo snel
mogelijk in te lichten. Aangezien deze lie
den dus bij elkaar en apart van de overige
kerkgangers zaten konden ze dan snel en
zonder al te veel opschudding het kerkge
bouw verlaten. Blijkbaar kon het brand-
bocht afgesloten worden, aangezien alle
belanghebbenden (waartoe ook oud
brandmeesters en brandmeesters van de
V.O.C. behoorden) over een sleutel kon
den beschikken. Aanvankelijk werd van de
zitplaatsen in het brandmeestersbocht
druk gebruik gemaakt, maar later liep de
animo hiervoor nogal terug. Ten gevolge
van herstel van de voorgevel van de Nieu
we Kerk in 1905 (onderdeel van de Abdij
restauratie door J.A. Frederiks, zie hiervoor
het artikel van G. Sophia van Holthe tot
Echten in "Bulletin Stichting Oude Zeeuw
se Kerken" nr. 31, september 1993) moest
het bocht verplaatst worden. Een geschik
te lokatie was echter niet te vinden en
daarom (en tevens vanwege de teruggelo
pen belangstelling voor een zitplaats) ver
kochten de eigenaren van het bocht op 23
augustus 1905 het recht "tot het in eigen
dom hebben van een kerkbocht in de
Nieuwe Kerk" aan de Nederlandse Her
vormde Gemeente. Daarmee kwam een
einde aan een merkwaardige, (vermoede
lijk) alleen te Middelburg bestaan hebben
de instelling. Het betekende eveneens het
einde van het reglement ter zake, dat nog
in het midden van de negentiende eeuw
veranderd en vermeerderd was en waar
van we hier tot slot de eerste twee artike
len laten volgen:
"Art. 1.
Wie Leden-Eigenaren zijn
Leden-Eigenaren van dit Bocht of Kerk
bank zijn:
1e. Generale Brandspuitmeesters.
2e. De Inspecteurs der Blusch-
gereedschappen.
3e. Brandmeesters en Adsistenten der
Brandspuiten A, B, C, D. L, S en W.
4e. Den Officier, Adsistent-Brandmeester,
belast met de directie aan de draag
bare spuit. Alle deze, voor zoover die
nu in dienst zijn, of bij vervolg tot die
betrekking zullen worden benoemd.
Zoo, door een besluit van het Stede
lijk Bestuur, meerdere brandspuiten
wierden in dienst gesteld, zullen de
dan daarbij benoemde Officieren, ook
als Leden-Eigenaren kunnen worden
opgenomen, onder dezelve voor
waarden, regten en verpligtingen, als
de tegenwoordige.
Andere personen kunnen niet als
Leden-Eigenaren worden toegelaten
Art. 2.
Mede zitting hebbende Leden.
Op dit Bocht zullen boven en behalven
de Leden-Eigenaren tot de zitting worden
toegelaten:
1e. Alle voormalige Officieren van het
brandwezen en Inspecteurs der
bluschgereedschappen, die honora
ble demissie hebben of in der tijd zul
len bekomen, tegen betaling eener
jaarlijksche contributie van 1,50.
2e. Heeren Commissarissen over de
Directie op den brand, die van wege
de Directie van het Bocht, ieder een
sleutel zullen worden overhandigd,
met de vrijheid van Hun-Ed.. om op
hetzelve ten allen tijde, met en bene
vens de andere Leden, zitting te
nemen, zonder daarvoor tot eenige
betaling gehouden te zijn.
3e. Den secretaris der Directie op den
brand, indien hij den post van Secre
taris der Directie van het Bocht waar
neemt, zonder eenige betaling. Deze
niet waarnemende, zal hij, cessie op
het Bocht begeerende, daarvoor
mede 1,50 betalen.
4e. De Bode der Directie van het Bocht,
zonder iets te betalen; doch deze zal
alleen moge zitten in de onderste
bank. op de eerste plaats aan den
trap als men boven komt. Alle betrek
king hebbenden, in dit en het voor
gaande Artikel genoemd, gedragen
zich overeenkomstig de voorschriften
van orde, en onderwerpen zich bij
overtreding tot het betalen der boe
ten, daarop gesteld."
P W. Sijnke, B van der Weel en J.M Paauwe, Jubi
leum Brandweer Middelburg 1931-1981 (Middelburg
1981)
P W. Sijrike. Brandbochl in Nieuwe Kerk (in: De
Faam/De Vlissinger. 4-3-1992)
C.A. van Swigchem, Het brandbochl in de Nieuwe
Kerk te Middelburg (in: Zeeuws Tijdschrift 1985,
nr. 5)
Woordenboek der Zeeuwse dialecten (Krabbendijke
1991 -Ssledruk-)