Uitbreiding kerkelijk bezit van de
Stichting met Hervormde Kerk van
Hoofdplaat
3
Reeds gedurende enkele jaren werd in
het 'Ten geleide' van het Bulletin melding
gemaakt van overleg tussen de hervorm
de gemeente van Hoofdplaat en ons
bestuur inzake overname van de kerk in
genoemd West Zeeuwsch-Vlaams dorp,
gelegen achter de Westerscheldedijk hal
verwege Breskens en Terneuzen.
Door diverse oorzaken is het tijdpad voor
de totstandkoming van de overname vrij
lang geweest.
Na informatie bij onze stichting door een
bestuurslid van de Generale Financiële
Raad der Nederlands Hervormde Kerk
werd op 28 november 1991 door een lid
van de plaatselijke kerkvoogdij van
Hoofdplaat telefonisch het verzoek
gericht aan onze stichting tot overname
van de Hervormde kerk van Hoofdplaat.
Na toezending van een copie van de sta
tuten van de Stichting Oude Zeeuwse
Kerken vond op 6 januari 1992 in en rond
de kerk een eerste gesprek plaats tussen
het kerkvoogd ij lid enerzijds en de voorzit
ter, secretaris, penningmeester en een
bouwkundig bestuurslid van de stichting
anderzijds.
Tijdens dit eerste overleg konden de vol
gende gegevens genoteerd worden:
Behalve de kerk (een uitvoerige beschrij
ving zal verschijnen in het eerstkomende
bulletin, voorjaar 1996) met een daarach
ter gelegen tuin behoort tot het onroerend
kerkelijk bezit een in gebruik zijnde
begraafplaats en een stuk bouwland.
Aan het gebouw zijn met steun van de
overheden en een gift in de naoorlogse
jaren de meest noodzakelijke voorzienin
gen getroffen. Het binnenschilderwerk
werd nog onlangs door een tweetal
bejaarde gemeenteleden uitgevoerd.
De kerkverwarming bestaat uit hoog
gemonteerde propaan-gasstralers.
Bestond tijdens de bouw van de kerk de
bevolking overwegend uit hervormden,
thans zijn de rooms-katholieken in de
meerderheid.
De steeds kleiner wordende hervormde
gemeente heeft nog slechts een gering
aantal lidmaten en doopleden, waarvan
een nog geringer aantal meelevend is.
Het bezoek aan de twee-wekelijkse kerk
diensten beperkt zich tot hoogstens twin
tig personen. Practisch allen zijn zeven
tig-plussers. Het functioneren van de ker
kelijke gemeente ligt derhalve op de
schouders van enkelingen; er is dan ook
geen toekomstverwachting voor een ker
kelijke opleving.
De gemeente heeft geen eigen predikant.
Een consulent neemt de taken waar.
Aldus de als basis verstrekte gegevens
tijdens het eerste gesprek.
Het veelvuldig overleg en de definitieve
besluitvorming tot overdracht/overname
van de kerk heeft -zoals eerder opge
merkt- veel tijd gevergd als gevolg van
diverse omstandigheden.
Eerstens omdat namens de hervormde
gemeente steeds slechts één afgevaar
digde aanwezig was, die -zakelijk zeer
bezet- voor terugkoppeling naar en
standpuntbepaling door zijn achterban
moest zorgdragen en ten uitvoer brengen.
Daar de kerkelijke gemeente bovendien
met de kerkelijke gemeente van
Biervliet/IJzendijke overleg voerde tot
samenvoeging (hetgeen per 1 november
1992 realiteit werd (kerkelijk goedgekeurd
d.d. 29 maart 1993) werd de besluitvor
ming mede vertraagd.
In de tweede plaats achtte ons bestuur
het noodzakelijk dat de burgerlijke
gemeente Oostburg, binnen de grenzen
waarvan Hoofdplaat is gelegen, zich uit
zou spreken over voortzetting van een
onderhoudsregeling voor de op het punt
dak van de kerk staande toren met uur
werk en luidklok, zoals vastgelegd in een
'Acte van Verbintenis' d.d. 23 oktober
1835, na eventuele overdracht van de
kerk aan onze stichting.
Daar in deze regeling sprake is van ver
deling der onderhoudskosten op fifty-fifty
basis verzochten wij de burgerlijke
gemeente tevens deze kosten volledig
voor haar rekening te willen nemen.
Immers in de Napoleontische tijd werden
kerktorens (veelal) eigendom van de
overheid in verband met het overbrengen
van boodschappen vanaf de torens en
als mogelijkheid tot het slaan van alarm.
Daarmede kwamen ook de onderhouds
kosten volledig voor rekening van de
overheid.
Het kerktorentje van Hoofdplaat, hetwelk
destijds niet onder genoemde dwang
maatregel kwam te vallen, zagen wij
gaarne alsnog met betrekking tot de
onderhoudskosten volledig ten laste van
de burgerlijke gemeente gebracht.
De gemeente Oostburg heeft zich uitein
delijk accoord verklaard met handhaving
van de bestaande onderhoudsregeling
uit 1835 bij overname van de kerk door
onze stichting, maar heeft afwijzend
beslist op ons aanvullend verzoek.
Een derde punt van overweging betroffen
de kosten welke met een noodzakelijk uit
te voeren restauratie gemoeid zullen zijn.
Hiertoe werd door onze 'huis'-architect
een plan opgesteld, met de uitvoering
waarvan een bedrag gemoeid zal zijn van
ca. 325.000,- op peildatum van 5 april
1993.
Als vierde vertragende factor in het
geheel was de wens van het kerkbestuur
(in later stadium) een gedeelte van het
kerkerf niet aan onze stichting over te
dragen, doch aan de eigenaar van een
belendend perceel te verkopen. Deze
heeft het erfgedeelte reeds in gebruik als
(moes-)tuin in ruil voor onderhoud ervan.
Het resultaat van het gevoerde overleg is
thans vastgelegd in eeri (tweede con
cept) Akte van Levering, waarin onder
meer is bepaald, dat voor overname van
de kerk met gedeelte erf (en dus zonder
begraafplaats en bouwland)
een symbolisch bedrag wordt betaald
door de stichting
een zogenaamde 'bruidschat' zal
worden voldaan aan de stichting ten
behoeve van de te verwachten jaar
lijkse tekorten op de 'exploitatie' van
het kerkgebouw alsmede ter gedeel
telijke compensatie van restauratie
kosten
als roerend goed de gehele inventaris
van kerk en consistorie beschikbaar
wordt gesteld, met uitzondering van
de kanselbijbel
de hervormde gemeente de kerk voor
het houden van zeventien kerkdien
sten per jaar zal gebruiken tegen een
overeengekomen bedrag
bij eventuele gehele/gedeeltelijke ver
vreemding van het kerkgebouw dit te
koop zal worden aangeboden aan de
hervormde gemeente van
Biervliet/IJzendijke-Hoofdplaat
een erfdienstbaarheid is overeenge
komen ten behoeve van de stichting
voor het uitvoeren van onderhouds-
en restauratiewerkzaamheden