UITGESTORVEN SOORTEN In 1959 werd door DhrPeerdeman uit Amsterdam een onderzoek ingesteld naar de hier voorkomende dag- en nachtvlinders. Dit onderzoekje duurde slechts 14 dagen in de maand Juli. In zijn lijst komen de volgende soorten voor, die hier de afgelopen Jaren niet meer zijn waargenomen: Keizersmantel. (Argynnis paphia Hiervan heeft Peerdeman er één waargenomen op het Groot Eiland (1959). Sindsdien is er geen enkele betrouwbare waarneming meer. De heer C.Riemslag meldde, dat hij drie Jaar geleden er nog één had waargenomen nabij de Braakman. Misschien is er daar nog een zeer kleine populatie behou den gebleven. Koninginnepage(Papilio machaon) Ook die stond in 1959 blijkbaar op het punt van uitsterven. Ouderen onder ons hebben deze soort blijkbaar nog in grote getale weten wondvliegen. Alhoewel er in 1982 een dubieuse melding van een rups kwam (verwisseling met de nachtpauwoogrups is zeer wel denkbaar) bestaat er bij mij zeer weinig hoop op het nog voorkomen van deze soort hier. Geel Dikkopje. Thymelicus sylvestris) Een dikkop-soort, die wel lijkt op Thymelicus lineola, zou hier in 1959 nog gewoon tot zeer gewoon zijn geweest. In de afgelopen drie Jaar heb ik er - ondanks intensief zoeken - geen spoor meer van terug gevonden. Kleine parelmoervlinder, (issoria lathonia Ook deze soort werd hier door Peerdeman nog aangetroffen. Dit vlindertje heeft zich nu teruggetrokken in het duin gebied en is dus uit onze streek verdwenen. ONZE DAGVLINDERSOORTEN In onderstaand overzicht moet er rekening mee worden gehou den, dat de gegevens slechts door enkele mensen zijn ver zameld Het is dus mogelijk, dat er misschien een soort over het hoofd is gezien (laten we het hopen!l) of dat een bepaalde soort plaatselijk algemener blijkt te zijn, dan wij tot nu toe veronderstelden. Alle aanvullende gegevens worden daarom erg op prijs gesteld. Dikkopje Gewoon blauwtje Bruin blauwtje Argusvlinder 54

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1985 | | pagina 40