land, juist toen de ganse schorren door hoge golven overspoeld werden. Maar de grote schaapskooi hield stand. Pas als het water 30 cm in de stal staat komt het over de dijken van Prosperpolder Dat is toen in die rampnacht ook gebeurd. Toch, zo vertelde ons de bruingebrande herder, gebeurt het vaak dat het Scheldewater onder zijn bed klotst in de grote schaapskooi. Ge wordt daar aan gewoon, zegt hij. Geen brak drinkwater meer Vroeger was de schaapskudde a&nge'Wezen op het brakke Scheldewater in de kreken. Weliswaar waren de Duitse zwartkoppen en de "Engelmans" echte schorreschapen die tegen een stootje konden, maar toch kwam er veel sterfte door dat drinken van brak water. De herder bezit nu nabij zijn kooien, drie twee meter diepe waterputten met zoet water. Dagelijks legt hij in de schorren met zijn schapen ruim twintig kilometer af. Elke meter kent hij er, of hij nu zijn kudde te grazen zet in het Konijnenschor of op de Marlemontse plaat. Blindelings marsjeert hij door het Antwerps gat, de schaapskooischorre, de Spauwer, de Rotte kreek en dode schorren nabij de Ijskelder, daar waar de geulen in de Schelde uitmonden. De ganse dag door peilt zijn blik de horizonten. Hij volgt de scheepjes en de zeereuzen op de Schelde, hij telt zijn kudde om te zien of er nergens geen vastzit in een kil en hij schat en zoekt broedplaatsen van de talloze watervogels. Op onze tocht doorheen het Verdronken Land van Saeftinghe vlogen ze voor onze voeten op, die talrijke soorten eenden en ganzen, de wulpen, Goud- en Zilverplevieren, de sneppen en de talrijke talingen. Duizenden Spreeuwen wolkten door de lucht achterna gezet door de bluwieren. Soms zeilden majesteitelijk reigers uit het bos van Berendrecht over en in de winter, zo verhaalt de herder, zit het hier vol zeldzame Ijsvogels. Op de grote zandbanken nabij de grote schaapskooi, precies daar waar eens het stadje Saeftinghe stond, kooien honderden meeuwen samen. Voor ornithologen is dat daar een echt paradijs. Mee, ik ben nooit eenzaam, zegt Omer van Stevendael. Ik heb altijd wat om te bekijken. Soms schrik je toch wel even, zegt hij: als ge in de schorren soms plots voor het afgebleekte geraamte van een verloren gelopen hond staat. Dat is het eigene van de schorren: elke tij brengt er wat anders terecht, elke tij verandert de loop der kreken en grachten. Nieuwe stukken grond komen boven, andere verdwijnen op een nacht. Adjudant Van der Zande heeft dat onder de oorlog te nutte gemaakt toen hij in de schorren afgeschoten vliegeniers verborg. Geen Duitser waagde zijn leven in het verdronken Land. In zijn huiskamer hangen nu de hoogste onderscheidingen uit vijf geallieerde landen. Verschenen in het "Handelsblad", 15 oktober 1955. 72

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1989 | | pagina 10