Gekraagde Roodstaart. De melding van 4-4 1 ex. te Philippine (MP) is vroeg. Tweede waarneming: 13-4 1 ex. Liniedijk Hulst (ET). Daarna pas weer vanaf 1 -5. Zwarte Roodstaart. Minstens 2 overwinteringsgevallen te Hulst (MB) 1 m. 1ex. De eerste trekvogel gewoontegetrouw eind maart: 28-3 1Z Zeegat (TY) en 29-3 1Z. Ter- neuzen (AW). Nachtegaal. Deze soort komt ongeacht de verschillen in de weersomstandigheden rond dezelfde datum terug uit Afrika, uitzonderingen daargelaten. Aankomstdata van 1980 t/m 1987 resp. 18-4, 19-4, 2-5, 18-4, 18-4, 14-4, 20-4, 18-4 Dit jaar 16-4 1 ex. Zandput Hulst (ET). 19-4 vond de tweede warneming plaats: 1 ex. Canisvliet (JS). Blauwborst. Redelijk normale aankomst: 23-3 1ex. Konijneputten (RR) en 26-3 1ex. Canisvliet (JS). Vanaf 31 -3 verspreid gezien. Snor. Toen de soort nog redelijk algemeen was (tot begin jaren '80) werd de eerste Snor ornd 15-4 gezien. Nu de soort zo'n beetje uit ons landschap is verdwenen, wor den de eerste vogels meestal pas begin mei gehoord. 1988:14-5 1Z Westgeul Braak man (JP). Dit is de enige plaats waar de soort in 1988 werd gehoord. Ongetwijfeld zijn territoria gemist met name rond het Groot Eiland. Aanvulling 1987: 22-4 1ex. Haven Terneuzen (RR). Grote Karekiet. Normale aankomstdata: 8-5 1Z Braakman Noord (JP); 28-5 1Z Ca nisvliet (JS e.a.). Ook bij deze soort weinig meldingen. Rond het Groot Eiland zitten waarschijnlijk nog zo'n 5 territoria. Kleine Karekiet. De eerste waarneming is vroeg: 11-41 ex. Grote Gat Koewacht (RR). De 18-4 waarneming van 2 zingende vogels bij de Otheense Kreek Noord (MC) is ook een week vroeger dan gemiddeld. Vanaf begin mei overal aanwezig. Bosrietzanger. Deze soort is samen met Grauwe Vliegenvanger en Spotvogel de laatst terugkerende zomervogel.De hoofdmacht arriveert pas eind mei, begin juni. De reden voor zo'n late terugkeer ligt in het feit dat deze vogel zijn nest ophangt aan sten gels van o.a. Brandnetel en Harig Wilgeroosje. Deze plantesoorten zijn pas eind mei, begin juni groot en stevig genoeg om er nesten aan op te hangen zonder dat ze door buigen (De Oostvaardersplassen blz. 27). Er zijn echter altijd wel april-waarnemingen van deze soort, dit in tegenstelling tot de Spotvogel die maar heel zelden in april wordt gehoord. 1988: 16-4 1Z Achterste Kreek Hoek (HC); 22-4 1Z Braakman Noord (AW+AC); 28-4 1Z en 30-4 2Z. Vanaf 20-5 verspreid waargenomen. Rietzanger. Normale aankomst. Vanaf 12-4 1 Canisvliet (JS) en 18-4 1Z Westgeul (MC). Daarna op de broedplaatsen aanwezig. Spotvogel. Normale aankomst: 7-51Z Serpauluspolder (TY) en 1Z Smidschorrepolder (MC+HV). Vanaf 8-5 elke dag in Terneuzen (MC). Zwartkop. Twee decemberwaarnemingen: 12-12 1 m. Braakman Noord bos (MC); 18-12 1ex. Terneuzen (MC). Eerste zomergasten: 2-4 1Z Terneuzen (MC) en 3-4 1Z Braakman Noord (AW+AC). Vanaf 11 -4 wordt de soort veel gemeld. Tuinfluiter. Wederom 2 weken later als neefje Zwartkop. Vanaf 19-4 1Z Terneuzen 131

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1989 | | pagina 21