- 2 -
Aantekeningen bij 1 Kant'ooi snieë 5
Esther vermoedtdat dit rijm door haar vader, is opgesteld,
maar ze is 'er niet zeker van. Kent iemand de auteur
Kantooi hooi, afkomstig uit de slootkanten.
Eokke bukken.
Geeste gerst.
Uutmisse uitmesten.
Duifje - slootje.
Op 't kot zitte zie laatste prentje.
UIT DE ZEEUNSE ARCHIEVEN --
Herinnering aan de Fontiaensvloed (13 januari 1352) in het
SchepenaLtenboek van Baarland (Inv.Las .2-1-67)
Incarnatie van Fontiaens Vloc-t
Op Sinte ïontiane. Avont, wilt hier naer hooren,
is dese landen zoo grooten wonder geschiet.
egeen menschen en esser levende gheboren,
dien van den vloet heeft gehoort zoo grooten verdricts.
1552."
Dit rijm staat op de eerste pagina van het boek en is ge
schreven in 1592, dus veertig jaar na de beruchte waters
nood
Collectie G.W.Z.
HSRNE BAY
P.A. HARTHOORN
- 3 -
GREPEN UIT DE GESCHIEDENIS VAN DE HERVORMDE
GEMEENTE TE RILLAND-BATH
Doordat de middeleeuwse parochies Rilland, Bath en Maire
tijdens de invoering van de hervorming op Zuid-Beveland ver
dronken gebied waren, is hier natuurlijk geen sprake geweest
van hagepreken en beeldenstorm zoals op de meeste plaatsen
in het toenmalige eiland.
Het zou bijna twee en een halve eeuw na de grote overstro
mingen in de eerste helft van de zestiende eeuw duren, voor
de Reigersbergsepolder (1773) bedijkt werd. De personen die
zich hier vestigden, waren uiteraard aanvankelijk zo weinig
talrijk, dat er geen sprake kon zijn van een eigen kerkelijk
leven, zodat de gereformeerde bewoners -- de naam 'hervorm
de kerk' zou eerst later ontstaan als lidmaten van de
kerk te Krabbendijke werden ingeschreven. De eerste bewoners
zullen misschien nog bezocht zijn door ds Hermanns van steen
bergen, doch deze nam reeds l^f november 1773 afscheid van
de gemeente te Krabbendijke en vertrok naar Serooskerke(Sch)
11 september van het volgende jaar werd hüj opgevolgd, door
ds Cornells Olree, die voordien krankenbezoekor te Middel
burg was en die in 1789 naar ss-Gravenpolder vertrok. De
laatste predikant van Krabbendijke, die ook de Rilland.se
schapen hoedde, was Cornells van den Brink.
Was er niet iets bijzonders in de jonge gemeente gebeurd,
dan zou het vermoedelijk nog wel langer dan een eeuw geduurd
hebben, voor men een eigen predikant kon gaan beroepen.
Het was in de tijd van de -republiek der^zeven verenigde
Nederlanden. In het tegenwoordige Belgie bezat 9ns land.
een aantal verdedigingswerken tegen een eventuele vijande
lijke inval vanuit he.t zuiden. Voor ons geval noemen we
alleen de forten Lillo en Liefkenshoek (aan weerszijden van
de Schelde benoorden Antwerpen), van waaruit men in geval
van nood de Schelde kon beheersen. Op deze eenzame posten
kwam in die tijd weinig nieuws, temeer omdat er nog geen
kranten waren. Het is dan ook begrijpelijk, als men eens een
soldaat daar vandaan ontmoette, dat hij van do gebeurtenis
sen van de laatste tijd niet op de hoogte was. Vandaar dat
men thans nog op veel plaatsen in Zeeland zegt van iemand
die weinig weet, of die zich onnozel houdt: Hij komt van
Lillo l