- k - Beide genoemde forten waren voorzien van een garnizoenskerk en een garnizoenspredikant. Lillo zelfs al vanaf 1591. Het kerkarchief van Liefkenshoek bevindt zich te Rilland-Bath. Het is evenwel niet regelrecht van daar naar hier overge bracht, doch indertijd door een geinteresseer.de bij een op koper te Rotterdam opgespoord. Bij het zg. verdrag van Fontainebleau (8 november 1785) werden beide forten aan de Oostenrijkse keizer Jozef II, toen tevens heer van de zuidelijke Nederlanden, afgestaan. Spoedig daarop werden natuurlijk onze garnizoenen daar terug getrokken. Doch omdat onze regering wel de controle over de Schelde wilde behouden, werd o.a. besloten, te Bath een nieuw fort te bouwen. Dit gebeurde in .1786Behalve het fort en de overige dienstgebouwen werd ook de bouw van de meeste huizen door de admiraliteit bekostigd. De tot de hervormde kerk behorende garnizoensleden en hun gezinnon werden te Krabbendijke ingeschrevene Ze richtten be trekkelijk spoedig na hun aankomst een verzoek tot de Raad van State te Den Haag om te Ba-th een eigen kerk en een eigen schoolmeester te mogen hebben. Noch voor het een, noch voor het ander werd toestemming verkregen. Toen k mei 1789 de Staten yan Zeeland het beheer over het fort overnamen, werd kort daarop tot hen het verzoek gericht, een eigen kerk te mogen hebben. 26 juli van het volgend jaar werden gecommitteerden (we zouden tegenwoordig zeggen: gede puteerde staten) gemachtigd, voorzieningen te treffen.Voor lopig kreeg men de beschikking over een pakhuis, dat als kerk werd ingericht. Nas niet kort daarop de Franse Tijd ge komen, dan zou dit gebouw vermoedelijk spoedig door een beter vervangen zijn. Nu zou het tot 1829 duren, voor men 'kenen fraaijen tempel tor vervanging van het eerste kerkge- bouw11 kreeg. De woorden tussen aanhalingstekens zijn ontleend aan de bekende Sluise taalgeleerde J.H. van Dale. Wij hebben zo de indruk, dat wij mensen van de twintigste eeuw dit ge bouw (waarvan wij-nimmer een afbeelding gezien hebben) niet bijzonderfraai zouden vinden. Volgens een beschrijving was het gebouw niets meer dan een paar wat gerestaureerde lands- gc-b ouwen. Beide gebouwen hebben evenwel een tamelijk waardevolle inven taris gehad, liisschien was een gedeelte hiervan nog afkon- - 5 - stig van dc kerkjes te Lillo en/of Liefkenshoek, doch de Staten van Zeeland zorgden grotendeels voor het meubilair en gaven o.a. een zilveren doop- en avondmaalstel ten ge schenke. We weten, dat er eei/achttiende-ceuwse preekstoel was en een zeventiende-eeuwse avondmaalstafel (die dus uit een oudere kerk afkomstig moet zijn geweest), een achttien- dc-eeuwse koperen zandloper (omdat er geen klok was, moest men aan de zandloper zien, wanneer de voorlezer zijn lang bijbelgedeelte moest beeindigen en wanneer de dominee moest ophouden met preken len een 'ongeveer even oude zeslichts koperen kroon. De met koper beslagen bijbel dateerde uit 16^3. Voorts waren er twee gegraveerde zilveren bekers met medaillons en bloemenrand, twee ovale zilveren borden met geschulpte rand en wapen van Van der Enden, gedateerd 1772, een ovale zilveren schotel uit 1779, eveneens met geschulpte rand en wapen van Catharina van Vosmaereen gegraveerde zilveren kan uit 1782 met wapen van Jan Grant en een gegraveerd zilveren doopbekken (1759) met wapen van So Gross de Fievelin. Een gedeelte hiervan is nog steeds in de tegenwoordige hervormde kerk te Rilland aanwezig. De eerste predikatie in de pakhuiskerk is 13 februari 1791 gehouden door ds Abraham Lankhorst, predikant te Yerseke, in tegenwoordigheid van Johan Pieter van de BrandeWillem Schorer en 'mrA.W. van Beveren, gecom mitteerden van de Staten van Zeeland. Na afloop van de dienst werd een kerkeraad gevormd en a.ls eerste nredi- kant ds J. Schutte beroepen. In 1792 werden ook de lidmaten van Rilland van de gemeen te te Krabbendijke naar die te Bath overgeschreven. Nadat 1 december 1866 het fort, dat pas later is afge broken, was ontruimd, verviel niet alleen het dorp Bath, maar ook de kerkelijke gemeente. Nog meer dan twintig jaar heeft de tweede kerk bestaan, doch in 1890 werd besloten, het gebouw te slopen en de afbraak te gebruiken voor de eerste hervormde kerk te Rilland. Op een steen las men:

Tijdschriftenbank Zeeland

Varia Zeelandiae | 1966 | | pagina 4