Hijsen in Middelburg, een verhaal over oude stadskranen crane in de mande, om int watere te vallen.' Hij werd daarbij ook nog voor een jaar verbannen uit Zeeland. Keerde hij eerder terug, dan zou zijn oor afgesneden worden. Hij wist wat hem te wachten stond, hoewel hij na een paar dagen toch terugkeerde in Middelburg. Prompt werd hij weer gearres teerd en op 11 augustus 1481 werd zijn oor er door de beul afgesneden. De openbare ten uitvoerlegging van het vonnis vond voor het stadhuis plaats. We mogen veronderstellen dat beide gebeurtenissen een grote menigte volk op de been brachten. De vele goederen die de kraan moesten passeren oefenden ook grote aan trekkingskracht uit op gelegenheidsdieven. Sommige lieden maakten ge bruik van een gaatje in een wijnvat om zich letterlijk vol te laten lopen. De twee hierna volgende vonnissen geven daar een goede indruk van: 'Jooris Joorisz geboren van de Goude ende Hubrecht Jacobsz. clee(r)- maker van zijn ambacht zijn ter calange (eis van de baljuw) ende vonnisse van burgemeesters en secretarissen als vooren gedegpueert veroordeeld gesteld te werden een geheel uyre lanck op den Dam onder de crane aldair ende behangen te werden met canne ofte cruycke en wore die ghebanne v)uyt den Eylande van Walcheren op breeder correctie overmits zijluyden secretelicken hen vervoorclert hebben te tappen ende drincken der coop- luyden wijne tegens de danck ende wille van denzelven coopltiyden /Actum op den iij(3) decembris voorseyt.'f1534). 'Thomas van Hooren, bootsgezelle, es ter maninghe ende calaigne (eis) van de bailluy ghecondemneert (veroordeeld) alhier voor der stat huys gestelt te worden op een pijpe, liggende op een slee, ende aldaer ghesme- ten te worden up zijnen rugge met roeden 3 sloegen, ende behanghen te worden om zijnen hals met rijspijpenende vandair voorts in zulcken schijn ghesleept te worden tot omtrent de crane deser stat ende aldaer ghegeesselt te worden op dezelve pype tol discretie (genoegdoening) van burgemeesters ende scepenen; ende dat gedaen, es voorts ghebannen uuyt Zeelanclt den tijdt van zes eerstcommende jaren achtereenvolgende, tavont uyuter stat ende morghen uuyten lande, ende dair binnen middelen tyde niet innen te commen, op peyne (boete) van openbairlicken gescavottert ende gegeesselt te worden ende ghebrant metten brant deser stad (brand merk) op zynen rugge, ende dit overmits denzelven Thomas jegens danck ende wille van de coopluyden den wijn, ligghende onder de crane, ghed- roncken heeft, ende claervan verspiet zijnde by eenige goede luyden, dezel ve gedreecht heeft te grievene ende die zeer qualicken toeghesproken. Actum opten 28 September XVcLVI.j 1556). Een pijp is een langwerpig wijnvat. Dit type vaten kwam in verschillende maten voor. Een rijspijp is een zeer klein vaatje dat voor onderweg (op 109

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1995 | | pagina 111