Hijsen in Middelburg, een verhaal over oude stadskranen
werd geleid, voor ieder treerad één. Zo kon de kraan gebruikt worden voor
verschillend hefvermogen. Bij de prent van Cornelis Pronk valt het op dat
de oude kraan er nog op staat, maar dan wel met twee eendere treeraderen.
Daar Cornelis Pronk zijn schetsen thuis uitwerkte, was hem dit detail ver
moedelijk niet opgevallen.
Op 15 maart 1746 werd deze kraan voor £.28,-.Vis voor afbraak verkocht.
In 1710 wordt in de stadsrekeningen van Middelburg gesproken over de
'vernieuwing der kaaijen van het klijne kraantje tot aan de Maayesbaai.'
Mogelijk is de Maisbaai bij deze vernieuwing tot stand gekomen, maar
hoe de naam ontstond is (nog) niet duidelijk. Op 20 februari 1712 is dit
kraantje geplaatst op het dwarse stukje kaai bij de Dokbrug. Het werken
met dit kleine kraantje werd aan het St. Jansgilde overgelaten. De kraan
kinderen en de fiscus kwamen er dus niet aan te pas. Het blijkt een moder
ne versie van een wipkraan te zijn, groter en sterker van constructie, met
een zijdelingse kaapstander als windwerk.
In de nagelaten papieren van Jan de Munck, in die tijd de stadsarchitect
van Middelburg, die bewaard zijn gebleven in het zogenaamde 'Manu
script Ackermans', wordt vermeld dat hij op 26 juni 1733 de oude kraan
geheel heeft opgemeten en getekend. Helaas is die tekening niet meer aan
wezig. We zullen later met deze voor Middelburg belangrijke architect
nader kennismaken.
Over kraankinderen, sledevoerders en belastingheffing
Er zijn sedert de Middeleeuwen in Middelburg zeer veel verordeningen
verschenen over het functioneren van de stadskranen en hun bedienend
personeel, de kraankinderen. Al naar gelang de behoefte werden deze ver
ordeningen gewijzigd en vooral aangescherpt.
We moeten ons in het kader van dit verhaal beperken tot het vermelden
van min of meer op zichzelf staande voorschriften die geldend zijn in een
bepaald tijdsbestek, dat we laten aanvangen in het jaar 1626. Toen werden
de kraankinderen beëdigd en hun aantal van 9 op 12 gesteld. Het ging met
de handel goed in Middelburg want zelfs het loon werd verhoogd.
Er werden twee kraanvaders aangesteld, die om de twee jaar uit de kraan
kinderen werden gekozen. Zij fungeerden als voormannen en kregen een
beloning van £.3,- Vis per kwartaal boven hun aandeel in de gezamenlijke
inkomsten van het hijsloon. De kraankinderen mogen niet uit wandelen
gaan, zo staat het letterlijk in de verordening. Ook als ze iemand in hun
plaats stellen mogen ze niet naar huis gaan om hun eigen 'affaires' te gaan
doen. Ophouden met werken om in een herberg te gaan drinken is verbo
den. Ze mogen 's morgens en 's avonds geen brandewijn drinken, zo krij
gen ze in 1629 te horen.
114