Hijsen in Middelburg, een verhaal over oude stadskranen Deze kraan was zo gebouwd dat de kraankinderen binnen droog en wel hun werk konden doen in plaats van in aan de buitenkant van de kraan aan gebrachte treeraderen. Het was een modern stukje aanpassing van de werkomstandigheden ten gunste van de kraankinderen. Ergonomie avant la lettre dus. De Munck had van de beide genoemde kranen geleerd, dat kraankinderen betere prestaties konden leveren bij aangenamere werkomstandigheden. Hij hield daarmee in zijn ontwerp rekening. De grote technische vernieu wing, we zagen het al eerder, was het aanbrengen van een trommel op een bovenas. Hij nam dit van de Dordtse kraan over. Hierdoor werd een zo grote vertraging mogelijk, dat tot een gewicht van 14388 Nederlandse ponden kon worden gelicht. Wetende dat Jan de Munck het gewicht van een kraankind op 75 Nederlandse ponden stelde, mogen we er inderdaad van uitgaan, dat de kraan 14 ton kon lichten bij de grootste vertraging, dus door tussenkomst van de trommel. Van dit vermogen trok hij nog een gedeelte af voor wrijving waardoor een hefvermogen van 13000 Nederlanse ponden resteerde. Zou er nog meer kracht nodig zijn. zo blijkt uit zijn aantekeningen, dan zou er nog een reep over het treerad gelegd kunnen worden, die door een kaapstander aangetrokken werd. De totale kracht zou dan waarschijnlijk de constructie van de kraan te boven gegaan zijn. Jan de Munck liet eerst een model op schaal maken als voorontwerp van het skelet en de technische uitvoering. Dit om alles grondig te kunnen beproeven, en om als hij zou komen te overlijden toch de bouw zonder al te grote problemen mogelijk te maken. Dit model kostte hem £.35:9:5.Vis of 223,-. Het model kwam later in het bezit van zijn kleinzoon P. Ackermans. Deze gaf het ten geschenke aan het Middelburgs museum, waarmee waarschijnlijk de oudheidkamer van het Middelburgse stadhuis werd bedoeld. Het model werd daar in 1940 een prooi van het vuur. Op 19 december 1744 bepaalden Wet en Raad van Middelburg dat de nieuwe kraan naar het ontwerp van Jan de Munck gemaakt moest worden. Hij had kennelijk de constructietekening al gereed, want op 25 december (kerstdag!) kreeg hij zijn tekening terug van de thesauriers van de stad. De hand van de architect is in de vormgeving duidelijk te herkennen. Vergelijking met de vormgeving van de Lutherse Kerk, het IJkkantoor en zijn eigen huis geeft eenzelfde beeld van functionaliteit en robuuste een voud die toch sierlijk is, zonder veel franje. Uit de prenten van die kraan valt op te maken, dat de voorgevel bestond uit houten delen, met onder de kap een sierlijk gebogen steun voor de hijsbalk. Onder de kap was het stadswapen van Middelburg aangebracht. Waarschijnlijk waren zowel kap als kraanlichaam aan drie zijden met leien 118

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1995 | | pagina 120