Een kaai van negen huizen Na de aanleg van het droogdok: machinehuis en schoorsteenpijp ten behoeve van de pomp- installatie. (Rijksarchief in Zeeland, Zei.III., aan winsten 1985/40, inv. nr. 12). worden gebracht. De eersteling werd beschouwd als voorbode van een gouden toekomst. J.C. Altorffer sloot zijn relaas over het droogdok in het Zeeuwsch Jaarboekje af met de woorden: "De zeeleeuw op de baren heft thans het hoofd omhoog." Veranderingen door het dok teweeggebracht De installatie van het droogdok bracht voor de Dam. de Rotterdamse kaai en de Dwarskaai ingrijpende veranderingen met zich mee. De brug bij de Schuitvlotstraat - Dambrug genaamd - verdween. Er kwam een nieuwe overgang naar de Rotterdamse kaai bij het andere hoekpunt van de Dwarskaai. in het verlengde van de Rouaanse kaai. Terzijde van die zogeheten bateau-port werd het machinehuis gebouwd, waarin de voor het dok vereiste 'stoompomp met de daartoe behoorende werktuigen en inrig- tingen' werden ondergebracht. Daarnevens kwam een opvallende schoor steenpijp te staan, die, als ware het een zinnebeeld van de nieuwe tijd. als blikvanger het gedenkteken voor de 'Nieuwe Haven' van 1817 ruim schoots overtroefde. Er was nog een andere voorziening nodig: De kademuur langs dqk en voordok moest met ruim een halve meter worden opgehoogd tot een zoge naamde keermuur. Hierdoor kreeg het dok zijn eigen gezicht in het stads beeld. maar het had voor de aangrenzende kaaien als gevolg dat de directe communicatie met het water tot het verleden behoorde. Op de Dwarskaai zullen de bewoners stellig doordrongen geweest zijn van het feit dat de komst van het dok een keerpunt betekende in de geschiedenis van hun woonplek. 34

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1995 | | pagina 36