kaai van negen huizen Ook voor de kleinere handel werd de haven hoe langer hoe meer overbo dig. Eerst door de trein, maar pas goed als gevolg van het vervoer per auto. De ontwikkeling in die richting, vóór Wereldoorlog II al op gang. kreeg daarna haar beslag. De Dwarskaai na 1876 Voor de kaden in de buurt was de aanpassing aan de achteruitgang van de zeehandel en het overbodig worden van de haven als gevolg van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van het vervoer, een langzaam proces. Voor die welke aan het Prins-Hendrik-Dok grensden, waaronder de Dwarskaai. behoorde het fungeren als havenkaai plotseling, in één keer tot het verle den toen in 1875 de bouw van het dok een aanvang nam. Tot dat tijdstip waren er op de Dwarskaai, zoals hiervoor ter sprake kwam, tenminste twee panden waarvan de bestemming direct verband hield met de scheepvaart: G 112 waarin een zeilmakerij was gevestigd en G 110 dat, behalve als kruidenierszaak, dienst deed als bestelhuis voor de beurtvaart. Het is niet vreemd dat daar nu verandering in kwam. Beide huizen hebben in de loop van de decennia die volgden een bestemming gekregen die met het havengebeuren niets meer van doen had. De woonfunctie Voor de negen huizen aan de Dwarskaai was in de laatste halve eeuw van hun bestaan de woonfunctie de normale, zij het niet de enige. De stille kaai was een geliefde woonplaats voor hoge ambtenaren, gepensioneerden, leraren, weduwen, en alleenstaande dames. Die leefden er rustig en op stand. Sociaal gezien is de gezamenlijke bewoning door een aantal fami lieleden opvallend. Er was ook een speciale vorm van meervoudige bewoning. Opdeling van een oud huis in 'appartementen' op de manier als in onze tijd gangbaar geworden kwam nog niet voor (al kan misschien de splitsing van G 105 in een paar afzonderlijke woningen gelden als verwante oplossing), maar er was een andere mogelijkheid. De hoofd-bewoner, - of eerder bewoonster -, kon voor een of meer heren of dames van passende stand als pension- houd(st)er optreden. Dit was het geval bij G 110 in de periode 1912 tot 1920 en bij G 107 van 1932 tot 1940. Verhuur van de bovenverdieping als aparte woning (maar zonder eigen opgang) voor een compleet gezin kwam aan de Dwarskaai in één geval voor: G 109, van 1929 tot 1940. Wonen gecombineerd niet zakendoen Het 'pension' is een vorm van exploitatie van het huis. Dit heeft een woon bestemming. maar tegelijk fungeert het voor de kamerverhuurder als 'bedrijfspand'. 37

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1995 | | pagina 39