.n kaai van negen huizen
Sigaren'. Eer er vijf jaar waren verstreken kwam er al weer een andere
vestiging: de weduwe W.F. Rappange-Kruze, met zoon en dochter. De
zoon staat in het adresboek vermeld als 'Administrateur der petroleum-
maatschappij 'De Automaat". Er zijn foto's (het zeer bijzondere huis is
eind 19de begin 20ste eeuw vaker gefotografeerd dan enig ander woonhuis
in Middelburg) waarop we een petroleum-karretje van De Automaat voor
de deur zien staan. De dochter heeft na het overlijden van haar broer
geprobeerd het bedrijf voort te zetten, maar ook zij moest het veld ruimen,
zoals de talrijke voorgangers. De volgende in de rij was P. de Pagter.
'rund- en varkensslagter', die op de gevel liet schilderen: 'Vleesch- en
Spekslagerij'.
Dokter De Man verzuchtte in 1900 dat het huis 'al reeds lang door een
consortium moest zijn aangekocht'. Zijn wens ging in vervulling toen de
Gemeente het kocht, gebruik makend van een door haar beheerd fonds,
genaamd het Kuipersgi 1defonds. Ondanks aandrang van verschillende
kanten - onder andere in 1916 van de Vereniging tot instandhouding van
Oude Gebouwen - bleef herstel van het monument achterwege. De
Gemeente had de handen vol aan de restauratie van het stadhuis en achtte
het onverantwoord daarnaast ook het opknappen van in de Steenrotse' te
financieren. De bovenwoning werd apart verhuurd, in het benedenhuis
nestelde zich een volgend buurtwinkeltje: J. Stroo 'in melk, groente en
aardappelen'. In 1917 is de fagade in de steigers gezet. De toestand van het
pand was zorgwekkend en de toekomst onzeker.
De redding kwam uit Amsterdam. Daar is in 1918 een vereniging opge
richt, genaamd 'Hendrick de Keyser', die zich het lot van historische
woonhuizen aantrok. Die kocht het pand in 1919 en liet het vervolgens
grondig restaureren door de deskundige Amsterdamse architect A.A. Kok.
Uitwendig kwam dit neer op herstel van de bestaande toestand, inwendig
was een drastische verbouwing nodig om het pand weer zijn oude karakter
te geven. Na de voltooiing van de restauratie in 1923 werd ook een ge
schikte bewoner gevonden: J.W. Peppelman van Kampen, die zijn loop
baan als artillerie-officier omboog en in het historische pand antiek ging
verzamelen en verhandelen. In het Middelburgse adresboek noemde hij
zich al gauw 'antiquair' en vervolgens 'oudheidkundige'.
Hiermee was in Middelburg 'monumentenzorg' ook in de woonsector
geïntroduceerd, inclusief de bij die zorg behorende bemoeienis van hogere
instanties, die nogal ver ging. Op 27 december 1922 ontving de
Gemeentearchitect. H.J. Brouwer, het volgende bericht van Mr. J. Kalf,
directeur van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg in Den Haag:
"Naar aanleiding van het hierbij teruggaand plan voor de plaatsing der
nieuwe boomen langs de Dwarskaai heb ik de eer U te berichten, dat ik mij
daarmede kan vereenigen, doch het nog beter zou vinden, wanneer de
51