9 SEPTEMBER 1978 RONDWANDELING DOOR OOST-SOUBURG Aanwezig 35 leden en enkele gasten. Om 10 uur betraden we de Herv. Kerk, waar we hoorden dat de kerk gebouwd is in 1247. In de loop der eeuwen is er veel aan de gebouwen veranderd. De laatste restauratie in 1950 heeft verrassende dingen aan het licht gebracht. Er zijn zij-ingangen ontdekt, die in oude staat zijn teruggebracht, evenals 2 muurnissen uit de eerste bouwtijd. Het orgel is van 1874. De preek stoel is bij het afbreken van de kerk van West-Souburg in 1832 overgebracht naar de kerk van Oost-Souburg. Het meubilair is geheel van eikenhout. We wandelden daarna naar het standbeeld van de schrijver Piet er Louwerse geboren te Sou burg 1840 - overleden 1909. Van het huis behorende bij de smederij van Bakker werd de gevel bekeken; er bleek n.l. bij het verwijderen van de cementlaag dat deze gevel uit moppen was opgebouwd en dat er vroeger boogramen in hadden gestaan. Van daar gingen we naar het Ronde Putje, waaraan een verhaal verbonden is van het meisje dat water bij de melk deed om een gouden sieraad te kunnen kopen.Toen ze zich bukte over de put om zich beter te kunnen zien met het sieraad, viel het van haar hoofd in het water. 'Gestolen goed gedijt niet'. Na teruggewandeld te zijn via het Oranjeplein hebben we koffie gedronken in Rehoboth, waar de aanwezigen nog enkele foto's uit het boekje van Oost- en West-Souburg nader konden bekijken. Er werd nog iets verteld over de buitenplaats Doornlust. Daarna gingen we naar De Burcht, de oudste plaats van Souburg, waar opgravingen zijn gedaan uit de periode 900 - 1200. De doorsnede is 200 meter. Het vormt een mooie plaats in het dorp, die waar schijnlijk in de toekomst als park in gebruik zal worden genomen. Tenslotte werd door de Kanaalstraat naar de molen 'De Pere' gewandeld en werd iets van haar geschiedenis verhaald; zij dateert uit 1725 en is nog in gebruik. Na een dankwoord van de voorzitter werd deze rondleiding besloten. W.S. INLEIDING - EEN VAKANTIEVERHAAL OP WALCHEREN, in dialect Een heel bekende petroleum-maatschappij, die heeft bestaan tot aan de oorlog 1940-1944, was 'vroeger' de N.V. Mij tot Detailverkoop van petroleum 'De Automaat', gevestigd te 's-Gravenhage. In elke plaats of stad had men petroleumventers aangesteld, die dag-aan-dag zeulden met een grote handwagen. Men verkocht de petroleum bij voorkeur in modelbussen, geschikt voor vier liter petroleum. De handkar werd dikwijls getrokken door een trekhond, voor of onder de kar gespannen. Over de hele lengte van de handkar stond een groot houten bord, geel geschilderd, met een opschrift 'De Automaat', waarbij een klein zwart bordje met dagliterprijs. De petroleumventers droegen een soort uniform bekroond door een grote pet van z.g. Duits model. Op deze pet een fel gele band van enkele centimeters hoog en daarop de woorden in zwart 'De Automaat'. De arme venters hadden het lef niet om de grote pet af te zetten. 3

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1978 | | pagina 5