NAAR AANLEIDING VAN DE WETE JULI 1978 8 bij een toenmalige landbouwinspan van een dergelijk bedrijf hoorde. In de bakkeet stond de karnmolen, karnton met pols, houtbak, doofpot, vuurlepels, blaaspijp, ijzeren kookketel en dito pot, broodblikken, stoven en testen, 2 banken, droogrek en meer. De 'wasmachine' (een schommelton met 2 handvaten) stond in 't schuurkot. Het zomerhuisje was gemeubeld met een tafel met kleed, een leuningstoel, 8 mattenstoelen, een hoektafeltje, petroleum kooktoestel en een staande klok die Wien Neerlands Bloed speelde. In de gang bevonden zich een antieke barometer, petroleum hanglamp, banken, trap, melkemmers, maten, zeeft, witte en blauwe jukken en meer. De woonkamer was als volgt gemeubeld: aan weerszijden van het achterraam een kabinet met kommen en een grote linnenkast (piezel) waarop bloemen onder glazen stolpen. Tussen de voorramen een antiek bureau waarop 2 staande petroleumlampen, likeurkelder (antiek kistje). Boven het bureau een grote spiegel. In de hoek bij de deur een naaimachine met tafeltje en tussen de deur en de schoorsteenmantel een schuivenkast waarop een paard en meer. Verder een platte buiskachel, koperen ketels, tafel met petroleumlamp erboven, grote leuningstoel, 9 mattenstoelen in de rugleuning gesneden bloempotmattenstoeltje, staten bijbel met platen, koperen doofpot met tang. Op de schoorsteenmantel olifantjes, koetje, hondjes en meer. Aan de zolderbalk hing een kooi met kanarie en verder hingen er nog een koekoekklok en een achtkantige hangklok. In een glazen spinde bevond zich antiek glas- en aardewerk, verder goud, zilver en meer. Aan weerszijden van de spinde bedden met toebehoren in de 2 bedsteden. In de kelder: standerd met spek, 22 melktelen, 3 roomtonnen, botertobbe, schragen en planken, boterschalen, gewicht, spanen en meer. Op de zolder stonden 2 ledikanten met bedden, een meelkist, kist met spek, kipeten, dopzeeft voor graan, schalenbalans en gewichten, 15 hl tarwe, geschilderd kabinet, 20 kg reuzelvet, trog, koperen en blikken kannen, 3 koperen ketels, 2 koperen koffiekannen met kraantjes en meer. Uit aantekeningen van Martinus de Witte Uit het 'Archief' uitgegeven door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, 1936 p. 19 ZEEUWSCHE WALVISCHVAART Dr. J.C. de Man vermeldde in 1875 ('Archief') dl. 3.st.2, p. 103) de aanwezigheid van een onderkaak van een walvisch te Middelburg 'op eene weide buiten de Langevielepoort'. Hiermee zal bedoeld zijn het onderkaaksbeen van een Groenlandschen Walvisch, Balaena mysticetus L., als schuurpaal voor het vee staande in een weide aan den Breeweg, vlak bij de buurtschap 't Zand. De conservator en zijn tijdgenooten hadden in de laatste jaren eenstem mig den indruk, dat de lengte door afbrokkeling aanzienlijk minder was geworden dan toen zij als schooljongens dit curiosum bezochten. De eigenares van het perceel weiland, mevrouw Heyse-Tak te Oostkapelle, werd bereid gevonden het reusachtige bot aan ons genootschap te schenken, opdat dit overblijfsel der Zeeuwsche walvischvaart verder voor verval behoed zou worden. Het is in maart 1935 naar het museum overgebracht en bleek 3 m lang te zijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1979 | | pagina 12