een uitmuntende paedagoge besef ik nu, en leerde ons lezen en schrijven met behulp van de z.g. 'sprekende letterbeelden': de aap-noot-miest-methode moest nog worden bedacht. Zo leerden wij b.v. de letter 's' kennen door middel van een plaat, waarop een S-vormig worstje in een braadpan ons duidelijk maakte, dat het om een harde sisklank ging. Drie stukjes worst, in Z-vorm in de pan gelegd, maakten ons vertrouwd met de zachte. Een afbeelding van een wapperende wimpel bracht ons bij, hoe de 'w' eruit zag en uitgesproken moest worden, enz. Een hele vooruitgang dus, vergeleken met de methode, waarop onze ouders b.v. het woord 'school' leerden spellen, namelijk: es-sü-hü, hoepeltje, hoepeltje, lü! Maar in 1907, lang voordat ik één letter geleerd had, ja, al op de eerste schooldag, had dat nieuwe wereldje een onthutsende ervaring voor mij in petto. In het speelkwartiertje moest ik met pas verworven makkers meedoen aan een spelletje 'kriegertje', en om uit te maken, 'wie 'm was', dreunde een der klasgenoten zonder blikken of blozen een aftelrijmpje op: 'Onder 't glaeze bruggetje, dae laggun ööpje stront; de duvel kwam 't aele al in zien blööte kont. A, F, Af'. Nog steeds weet ik me de ontzetting te herinneren, waarmee ik dit aanhoorde: waren er werkelijk jongens, die zulke slechte woorden durfden zeggen? Op 30 april 1909 werd Koningin Juliana geboren, hetgeen overal uitbundig werd gevierd en ook School E niet onberoerd liet. Er werden grote bakken met speculaas rondgedragen, waarvan dubbel werd genoten, omdat wij bij die gelegenheid niet netjes met de handen op de rug behoefden te zitten, maar op de lessenaars mochten klimmen, om met de voeten op de bank de versnapering te consumeren Het moet enkele jaren daarna geweest zijn, dat op het schoolplein een gymnastieklokaal werd aangebouwd, waarvoor uiteraard veel graafwerk werd verricht. Hierbij kwamen een massa geraamten aan de dag, afkomstig van de begraafplaats der vroegere Middelkerk, in 1587 gebouwd voor de Engelse bezetting, die hier kwam te liggen, nadat Vlissingen in 1585 aan Engeland was verpand. Ik herinner me een doodshoofd met in de oogholten een munt; na het overlijden daarin gelegd omdat de ogen zich na het sterven niet wilden sluiten. In dezelfde tijd werd een der vleugels van School E gedeeltelijk afgestaan aan de HBS, zodat zich het merkwaardige feit voordeed, dat ik in hetzelfde lokaal de eerste klas van de lagere en later die van de middelbare school bezocht. Van de overstroming van maart 1906 heb ik niets bemerkt; alleen herinner ik mij, dat mijn vader en ik in de Nieuwstraat (dus in het lage gedeelte van Vlissingen) enige dagen later een kennis bezochten, die ons op het behang in de huiskamer toonde, hoe hoog het water had gestaan: boven mijn hoofd! In het jaar na de De Ruyterfeesten verhuisden wij naar een bovenwoning in - wat men toen noemde: de nieuwe Kasteelstraat, dicht bij de Van Dishoeckstraat. Deze laatste was praktisch onbebouwd, want er stond alleen de schoenfabriek van Klijberg. Hier was men begonnen met het volspuiten van de Vest, de buitenste grachtengordel, die tot aan het Singel reikte en stamde uit de Franse tijd. De Mij. De Schelde liet aan de Kasteelstraat en het erachter gelegen terrein een groot aantal woningen bouwen, waarvan wij er een betrokken. Het was hier voor een kind van acht jaar een heerlijke tijd, daar je er onbeperkt en gevaarloos kon spelen: kuilen graven, voetballen, vliegers oplaten, enz. En toen er meteen riolering werd aangelegd, was het helemaal mooi, omdat je verstoppertje kon spelen tussen en in de enorme rioolbuizen en de kipkarren, of eerbiedig en watertandend kon kijken naar het smalspoorlocomotiefje, 'Blikken Tinus' geheten, dat zich onder schel gefluit voortbewoog. 14

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1979 | | pagina 18