15 Ondanks het vele oponthoud in de buitenlucht bleek aan het eind van het decennium een verblijf van een jaar in het Zeehospitium 'Zonneveld' in Domburg noodzakelijk voor mij; van het hier beleefde deed ik elders al verslag. Daarom moge ik dit artikel besluiten met enige woorden over de 'passieve recreatie' (zoals men het tegenwoordig noemt) van zeventig jaar geleden. In die tijd begon de heer Smit, eigenaar van het 'Albion' hotel aan de Koningsweg, een bioscoop, die hij 'Alhambra' noemde (zoals die trouwens nog heet). Daar werden toen uitsluitend Pathéfilms vertoond, en omdat er nog geen leeftijdsgrens was inge steld, konden kleuter en grijsaard genieten van drama's als 'De Ellendigen' en 'De Klokke- luider van Notre Dame', mits zij daarvoor de vereiste ronde of vierkante stuiver neertelden - op de woensdagmatinees dan; 's avonds was het duurder. Naar de tegenwoordige maatstaf gemeten, was er van veiligheidsvoorschriften toendertijd geen sprake: de houten stoelen waren voorzien van een biezen zitting en rugleuning en niet aan elkaar verbonden; het film toestel stond midden in de zaal op houten poten, maar wel in een blikken omhulsel, waarin de 'operateur' verdween onder groot gejuich van het publiek, omdat de voorstelling dan zou aanvangen. Toch was deze toestand al een hele verbetering bij vroeger vergeleken: mijn eerste filmvoorstelling beleefde ik in 'De Oude Vriendschap' op de Grote Markt. Dat wil zeggen: het doek was daarin opgesteld mèt de filmcabine, terwijl buiten een generator draaide, om de nodige stroom te leveren. En dat alles alleen tijdens de kermis Tot de meer actieve recreatie behoorden dan de al genoemde kermis en Koninginnedag (31 augustus); op deze laatste en ook 's zomeravonds, deed de muziektent bij het Strandhotel zijn naam eer aan. Was men in die jaren gelukkiger dan tegenwoordig? Ik betwijfel het (geluk is immers een individuele toestand). Maar wèl was men eenvoudiger doordat vele zaken, die thans als on misbaar worden gezien, er toen niet waren. Na gedane arbeid, en 's zondags, ging men wandelen, daarbij afstanden niet schuwend, die nu persé per auto(bus) moeten worden be dwongen. Hoe vaak liepen wij niet naar b.v. 'Het Zwaantje' in Souburg. Deze uitspanning was toendertijd voorzien van vele prieëlen, waar vaders en moeders heerlijk in de schaduw konden zitten en kijken naar hun spruiten, die zich met schommel en wip vermaakten. Een glas melk of kogelflesje limonade (met prik!) was bij zo'n uitstapje de geijkte verfrissing. Kom daar nu eens om! H.G.F. Sasburg Zeeuws Tijdschrift 1971, no 3 DIJKJE In Der Boede was een BINGO-avond gehouden. Ik vroeg waarom het niet gewoon KIEN- avond mocht heten. En konden ze nog Slabberjannen? Dat meugden ze vroeger op Hoogdagen graag spelen. De bejaarde ogen begonnen te glanzen van herinnering. Maar nergens was een Slabberjanspel meer te krijgen. Na het water niet meer gezien, net als de Meikevers en de Malaria.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1979 | | pagina 19