IN DE ABDIJ 2 Zaterdagmorgen 20 oktober 1978 Net onder de Balanspoort door was het eerste dat opviel mevrouw Van Nieuwenhuyzen in actie bij een groep Heemkundigen. Haar interesse voor elk van ons afzonderlijk is 'kasje- wèêl'. We worden dan ook steeds handiger om guldens in haar opengehouden beurs te gooien, vergeten doet ze niemand, ook de laatkomers niet en dat alles zoveel keer per jaar. Laten we haar in ere houden (Dat meneer Van Leeuwen haar nu toch zo ruw moest bejege nen). Toen de heer M.P. de Bruin, onze gastheer, hoofd van het documentatiecentrum Zee land in de poortopening verscheen, was haar portemonee al zo'n 50 gulden zwaar en daar zal wel niemand spijt van gehad hebben denk ik. We werden ontvangen in de studiezaal van de bibliotheek, de vroegere kapittelzaal van de abdij, het gezagscentrum. O.a. Willem II 'Rooms Koning', die veel voor de abdij heeft gedaan, verbleef hier. De restanten van zijn graf zijn nog te zien in de Koorkerk. De heer De Bruin gaf aan de hand van een luchtfoto van Middelburg een overzicht van het ontstaan der stad als gewestelijk centrum en hoe de abdij daarbij ontstond en een rol speelde. Hij wees op diverse kenmerken in de bouw die tijdbepalend zijn, zoals het kapiteel op de kolom in de balanspoort, details die je over het hoofd ziet als je er niet op gewezen wordt en die juist zo interessant zijn. Zulke details zijn er ongetwijfeld nog vele; we hoorden er wat van tussen de geschiedenisles door. Het zou zeker door velen gewaardeerd worden, wanneer de abdijgebouwen zelf ook eens het onderwerp van een excursie zouden zijn. Na de geschiedenis nam de heer De Bruin ons mee naar het hart van zijn afdeling, het docu mentatiecentrum. Daar dit alleen bereikbaar is via een kleine lift, ging het via het magazijn. We waren gewaarschuwd om als een slang aan te sluiten en niet af te dwalen, want om 12 uur wordt het bedrijf electronisch gesloten. Nou, een doolhof was het wel! Via een trap, trapjes en een halve trap, verschillende hoeken om, over portalen en roostervloeren en tussendoor eindeloze rekken met 200.000 boeken (telde ik in de gauwigheid) kwamen we onder de kapsporen. Door het restaurant (koffie voor bezoekers van de bibliotheek 45 cent!) liepen we 'dööd' maar we konden allemaal zitten, totaal het richtingsgevoel kwijt. Om een overzicht te geven, had de heer De Bruin een oude kaart van Zeeland nodig. Die kaart was er wel, doch geen ezel om hem aan te hangen, maar, zoals altijd, de secretaris was aan wezig, die hem kon vervangen (we zullen hem ook maar in ere houden). Gelukkig ontdekte hij, zij het wat laat, een spijker die hetzelfde werk kon doen. We kregen nu enig inzicht in het vele werk dat door het centrum verzet moet worden. 7 Men sen kunnen de overvloed aan feiten, nieuwe en historische, nauwelijks verwerken. Vooral het voorbije vraagt spoed omdat er veel alleen maar via gesprekken met oudere mensen verkregen kan worden; een ongemeen boeiend werk. Een onderdeel van de verzameling zijn ook de oude 'anzichtkaarten' waarvan er zo'n 30 duizend aanwezig zijn. De ansichtkaart werd, zoals bekend, veel gebruikt voor korte bericht geving; dat beeld en schrift wel eens contrasteren doet ons nu wel eens grinneken. Er was ook nog een tram bij die nogal hard van de dijk tuimelde, nou ja hard, hij kwam nog net op de tenen van onze vorige voorzitter terecht, had ie mevrouw Van Nieuwenhuyzen ook maar niet moeten stompen. Te gauw was het tijd om op te stappen om niet te worden ingesloten. 'Je zou anders naebie in de verleidinge komme om te bleuven angen', zei een buurman. Op verschillende plaatsen lag onderhanden werk. We waren door een zaaltje gekomen waar kennelijk oude geïllustreerde tijdschriften werden gesorteerd. Een hele stapel losse bladen lag schijnbaar achteloos op een stoel.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1979 | | pagina 6