VAREN MET DE ZEEUWSE VEREN 3 Wegens afwezigheid van de voorzitter dankte de secretaris de spreker namens ons allen, wat met een krachtig applaus werd ondersteund. In de kloostergang nog even gekeken naar het poortje, dat wegens onbekendheid met de oude toestand daar ter afsluiting is gezet en een goed bestede morgen was weer voorbij. deP. Naar aanleiding van mevrouw Van Nieuwenhuyzens werkzaamheden kunnen wij U nog meedelen dat één van onze leden zo vriendelijk is geweest haar met St. Nicolaas een prachtige collectezak te schenken met de letter H.K.W. in gouddraad erop geborduurd. Deze zal in het vervolg bij elke excursie of lezing U worden voorgehouden om de verschuldigde bijdrage van 1,00 op te vangen. Was haar beurs misschien niet altijd in het oog lopend, deze 'bel' kunt U beslist niet missen! Secr. Toen we donderdagavond 24 november in De Brasserie te Middelburg kwamen, werden we in de hal opgewacht door onze secretaris die ons verwees naar de bovenzaal van restaurant Van Giezen op de Markt. Waarom we op een andere plaats onze bijeenkomst hielden, vertelde voorzitter Sj. Joustra in zijn openingswoord. Men was (terecht) bang dat bij De Brasserie het feestgedruis van een bruiloft in een aangrenzende zaal het geluid van onze spreker zou over stemmen. Na deze mededeling heette hij de aanwezigen welkom en in het bijzonder de heer H.G. Hesselink uit Vlissingen die ons zou vertellen over geschiedenis van de Zeeuwse veren. De voorzitter noemde het een boeiend onderwerp omdat de veren in onze provincie (zee en land) vanouds de verbinding hebben gevormd tussen het vasteland en de eilanden. De heer Hesselink wees er op, dat reeds in 1311 een veer werd geopend tussen Vlissingen en Sluis over de Westerschelde. De eerste veerboten waren kleine zeilvaartuigen die door parti culieren werden gevaren. Eerst in het midden van de vorige eeuw ging de provincie er zich daadwerkelijk mee bemoeien en kwam de PSD tot stand. Spreker vertelde over de veren op de Oosterschelde en daarna over die op de Westerschelde. Tot 1940 waren deze gescheiden en hadden ze elk een eigen directeur. Op de Oosterschelde waren verscheidene veren, waarvan het veer Zierikzee-Katseveer de meest bewogen geschiedenis heeft. Bij het leggen van de dammen verminderde het aantal veren; bij het klaar komen van de Zeelandbrug verdween de laatste veerdienst hier. Op de Westerschelde werd op 3 mei 1828 een proefvaart gehouden met de stoomboot 'Schelde', die op 22 mei daarna officieel in gebruik werd gesteld. Dat was de eerste stap naar de situatie zoals we nu kennen, al waren het de eerste wankele stappen, want de eerste rader boten waren geen onverdeeld succes. Die veerboten betekenden ook het einde van een aantal particuliere schippers. Van lieverlede werden de veerdiensten uitgebreid. In de eerste wereld oorlog vervoerden de veren op de Westerschelde veel Belgische vluchtelingen. Later werd de exploitatie moeilijker door kolenrantsoenering. 'De schepen waren bemand met oude pikbroeken die altijd voeren, maar niet op tijd arri veerden', vertelde de spreker, 'ze liepen wel eens omhoog in de mist'. De opening van de spoorweg in 1872 bracht ook verandering in de veerdiensten. In 1929 werd de eerste ferryboot in gebruik genomen, een schip waarmee men in het begin veel narigheid

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1979 | | pagina 7