NIEUW- EN ST. JOOSLAND, een deel van Walcheren!(?) konijnen mee ving weet ik niet. Wel is de fret in de duinen gebleven en niet meer gezien. En om nu nog eens op de stropers terug te komen. In kranten, waar soms wel eens wat over stropers geschreven wordt, doet men vaak voorkomen alsof stropers gevoelloze en brute mensen zijn. Het tegendeel is waar. Een stroper stroopt om wat te verdienen, dus gaat hij te werk door zo min mogelijk lawaai te maken, met andere woorden, een stroper is bijna zeker van zijn schot. Het komt zelden voor dat wild een langzame marteldood moet sterven. Bij andere vormen van jagen komt dat wel meer voor. Als een fazant opvliegt wordt er soms door meerdere personen op hem geschoten en als hij doorvliegt en onvindbaar is, maar toch veel hagel in zijn lijf heeft gekregen, moet hij een langzame dood sterven. Ik weet uit ervaring dat er nog al eens een fazant rondscharrelt met één poot of konijntjes die hun voorpootje missen. Ze hebben dan niets meer dan een kaal botje. Dat wordt veroorzaakt door klem men die niet zoals de wet voorschrijft bekleed zijn of omwonden met touw en dat alles gebeurt dan door mensen die daarvoor gerechtigd zijn. Die mogen met klemmen wilde konijntjes vangen. En waar konijntjes zijn, zijn meestal ook fazanten. Komen die al scharrelend in zo'n klem, dan pro beren ze door opvliegen daaruit te komen. Een fazantenpootje breekt snel, maar niet de heel fijne spiertjes of snaartjes, zoals wij die noemen. Voor die dóór zijn duurt het wel even. Een fazant op één poot kan echter niet meer in een boom slapen en kan niet meer in de grond of het zand naar voedsel krauwen. Want die ene poot heeft hij nodig om op te staan. Ook kan hij moeilijk meer opvliegen. Zo wordt zijn leven een lijdensweg die lang kan duren. Bij stropers komt zoiets volgens mij nauwelijks voor, want stropers maken van het jagen ernst en geen lolletje. Voor hen is een jachtpartij geen gezellige dag. Zo'n dier kan dan maar beter door een stroper vlug gedood worden. (wordt vervolgd) Ontstaan Zelfs Heemkundigen vinden het anno 1984 heel normaal, dat Nieuwland en omliggende polders bij Walcheren gerekend worden. Toch is dat niet altijd het geval geweest. Oudere Nieuwlanders kunnen zich nog goed herinneren, dat bij het gaan bezoeken van Middelburg en omgeving gezegd werd 'We gaan naar Walcheren'. Het is uiteraard niet de bedoeling om hierop diep in te gaan, integendeel, het is slechts een aanloopje om een, zij globeel, overzicht van de geschiedenis van het dorp te geven. Net voldoende om U nieuwgierig te maken. Tijdens de komende dorpswandeling onder leiding van de heer S. de Vos komt er zeer nog veel meer aan de orde. Tijd van bedijking aan de oostrand. 8

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1984 | | pagina 10